Woensdag 20 maart

Deutsch
Mittwoch, den 20. März 2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Deutsch
Mittwoch, den 20. März 2024

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Grammatik Sätze
Hören 
Grammatik (Wiederholung)
Selbständig arbeiten
Was/wer bin ich?

Slide 2 - Slide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • de regel van de Wechselpräpositionen herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 2. 

  • een aflevering van LOGO! begrijpen en meerkeuze vragen beantwoorden.

  • de woordenschat herhalen door middel van het spel "wer/was bin ich?!"





Slide 3 - Slide

Grammatik Sätze
1. Wie hoch ist d….... Porto (O) für ein….... Brief (M).


2. Wie gefällt …...... (je) dein…..... Auto (O).

3. Was kostet ein….... Brief (M) nach Holland.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Waardoor krijg je bij harde muziek gehoorschade?
A
Doordat je trommelvlies kapot gaat.
B
Doordat de haartjes in je oor afbreken.
C
Doordat je oor dicht gaat zitten.
D
Doordat er scheurtjes in je gehoorgang komen.

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je gehoorschade voorkomen?
A
Nooit meer muziek luisteren
B
Een goede koptelefoon
C
Muziek iets zachter zetten en soms een pauze
D
Alleen nog maar klassieke muziek luisteren

Slide 7 - Quiz

Hoeveel prijzen heeft Raye gewonnen als record bij de BRIT Awards?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 8 - Quiz

Waarom is de grootte bloem zo speciaal?
A
Omdat de bloem heel erg stinkt
B
Omdat de bloem alleen in Australië kan groeien
C
Omdat de bloem maar eens per 4 jaar groeit
D
Omdat de bloem verschillende zeldzame kleuren heeft.

Slide 9 - Quiz

Welke nieuwe hobby heeft Jasmin kunnen ontdekken door het cultuurcentrum in Nairobi?
A
Ballet
B
Acrobatiek
C
Voetbal
D
Theater

Slide 10 - Quiz

Grammatik A Wiederholung
Die Wechselpräpositionen

Slide 11 - Slide

Wechselpräpositionen
Bij deze voorzetsels moet je kiezen tussen de derde of de vierde naamval.
3e naamval wordt gebruikt in rust of toestand. 
Wo?  - Wo bist du?                 Ich bin in der Schule

4e naamval  wordt gebruikt bij een beweging of richting. 
Wohin?- Wohin gehst du?   Ich gehe in die Schule

Slide 12 - Slide

Wechselpräpositionen
3e naamval   stilstand 
Wo? 

4e naamval   beweging
Wohin?
an              =       aan
auf             =       op
hinter        =       achter
in                =       in
neben       =       naast
über          =        over 
unter         =        onder
vor              =        voor
zwischen  =        tussen

Slide 13 - Slide

Grammatik B

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht:   1a, 4 t/m 8 Lektion 2 Kapitel 4
                                    

Vind je het lastig? Kijk in je handboekje

Ben je klaar?
Grammatica trainer 

Slide 15 - Slide

Was/Wer bin ich?!

Slide 16 - Slide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • de regel van de Wechselpräpositionen herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 2. 

  • een aflevering van LOGO! begrijpen en meerkeuze vragen beantwoorden.

  • de woordenschat herhalen door middel van het spel "wer/was bin ich?!"





Slide 17 - Slide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 18 - Slide