ecologie opties

ecologie opties
1 / 39
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ecologie opties

Slide 1 - Slide

Deze tekst en afbeelding horen bij vraag 24 en 25. 
De impala leeft in Afrika in gebieden met grasland en acaciabomen.
 Impala’s leven in groepen die bestaan uit een mannetje met vrouwtjes en jongen. 
Ze eten planten zoals bladeren van acacia’s en gras. 
Ze moeten voortdurend 
opletten omdat ze een prooi
zijn voor bijvoorbeeld 
leeuwen en luipaarden. 


Slide 2 - Slide

24. In de tekst worden verschillende organismen genoemd die deel uitmaken van een voedselweb. Dit voedselweb bestaat uit een aantal voedselketens.

Schrijf een voedselketen op met drie organismen die in de tekst worden genoemd.

Slide 3 - Open question

25. De impala is een hoefdier. Kijk nog eens naar de hoef.
Dieren met zulke hoeven zijn, wat betreft hun voortbeweging,
aangepast aan een harde ondergrond.
Leg uit dat dieren met zulke hoeven zich beter kunnen
voortbewegen op een harde bodem dan op een moerassige bodem.

Slide 4 - Open question

26. In de afbeelding zie je twee briefjes
met zinnen over de boa constrictor.
Schrijf van beide briefjes op of de zinnen
gaan over een populatie of een
levensgemeenschap. Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open question

27. In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel
edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om
het aantal edelherten en runderen te verminderen.
Welk effect heeft het invoeren van wolven op de
plantengroei in de Oostvaardersplassen?

Slide 6 - Open question

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Tot welk niveau reken je in de biologie een duingebied met konijnen, vossen, vogels en allerlei soorten planten?
A
Biosfeer
B
Populatie
C
Organisme
D
Ecosysteem

Slide 8 - Quiz

wat gebeurd er met de sprinkhaan als de buizerd in aantallen sterk afneemt?

Slide 9 - Open question

maak een voedselketen met dit voedselweb met 4 schakels

Slide 10 - Open question

Een regenbui is een abiotische factor.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Bij landdieren worden meer soorten met een gestroomlijnde lichaamsvorm aangetroffen dan bij waterdieren.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo klein mogelijk te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Voorjaarsbloeiers in een loofbos zijn meestal schaduwplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Een paardenbloem behoort tot de consumenten.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

De egel uit afbeelding 1 is een zoolganger.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Vul in het schema van de voedselketen de volgende organismen op de juiste plaats in: algen – forel – libellenlarve – muggen¬larve (zie afbeelding)
algen
forel
libellenlarve
muggenlarve

Slide 21 - Drag question

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 22 - Drag question

Een tropisch regenwoud is een climaxecosysteem
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Zangvogels die zaden eten, hebben meestal een pincetsnavel
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Voorjaarsbloeiers in een loofbos zijn meestal schaduwplanten
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welke van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Garnaal
B
kaaimankrokodil
C
waterkever

Slide 27 - Quiz

Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.
Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren

Slide 28 - Quiz

Volgens Ed zij de organisman in schakel 1 planten. Volgens Ron kunnen pakro's carnivoren zijn. Wie heeft gelijk ?
A
Zowel Ed als Ron
B
Alleen Ed
C
Alleen Ron
D
geen van beiden

Slide 29 - Quiz

Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel

Slide 30 - Quiz

Welke poot in de afbeelding hiernaast is afkomstig van een loopvogel?
A
poot 1
B
poot 2
C
poot 3
D
poot 4

Slide 31 - Quiz

Is een plant die hoog klimt een zonneplant of een schaduwplant?
Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question

Hoe noemt men het ecosysteem met de eerst groeiende plantensoorten op een onbegroeide plek?

Slide 33 - Open question

Tot welke vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 34 - Quiz

Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 35 - Quiz

Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R

Slide 36 - Quiz

Is de totale biomassa aan panda's groter of kleiner dan de biomassa aan bamboe? Leg je antwoord uit

Slide 37 - Open question

Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 38 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 39 - Quiz