Introductie psychiatrie

Psychiatrie
Psychiatrische ziektebeelden 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Psychiatrie
Psychiatrische ziektebeelden 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DSM
Wat is het?
Waarom is de DSM er?
De DSM is een handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen worden beschreven. In tegenstelling tot de somatische geneeskunde kunnen psychiatrische ziektebeelden over het algemeen beter omschreven worden als stoornissen dan als ziekten.

Slide 2 - Slide

Diagnostic Statistical manual of Mental disorders (DSM).
De Categorieën 
DSM-5 is een classificatiesysteem waarmee we betrouwbaar de symptomen van patiënten kunnen rangschikken. Het geeft categorieën en criteria voor toewijzing aan die categorieën.


Doordat de wetenschap continu leidt tot nieuwe inzichten, verschijnt er eens in de zoveel tijd een nieuwe versie van de DSM.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Psychiatrische stoornissen
  • Mensen met stemmingsstoornissen (depressie - manische depressie)
  • Mensen met angststoornissen (paniekstoornis, sociale fobie)
  • Mensen met neurocognitieve stoornissen (autismespectrumstoornis) 
  • Mensen met een psychotische stoornis (psychose, schizofrenie) 
  • Mensen met persoonlijkheidsstoornissen (narcistische ps., antisociale ps., theatrale ps., afhankelijke ps. etc.)
  • Mensen met somatoforme stoornissen (hypochondrie, somatisatiestoornis etc.) 
  • Chronische psychiatrische cliënten (cliënten met aanhoudende stoornissen) 
  • Mensen met een middelen gerelateerde en verslavingsstoornis (stoornis in alcoholgebruik). 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Binnen welke categorie van DSM 5 valt een paniekstoornis?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Angststoornis
D
Obsessieve compulsieve stoornis

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Functie
  • (collectieve) Preventie (begrip voor, herkenning, bewust maken, wegwijs maken)
  • Behandeling (ambulant, deeltijd, klinisch)
  • Begeleiding (wonen, financiën, sociale contacten, verzorging)
  • Verpleging en verzorging (ouderdom, ernstig psychiatrische stoornis)
  • Bescherming (beschutting, gericht op zelfstandigheid)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vier categorieën
1. Acute psychiatrie
2. Langdurige psychiatrie
3. Ouderenpsychiatrie 
4. Kinder- en jeugdpsychiatrie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Acute psychiatrie
= crisisopvang
de crisisdienst van de Specialistische GGZ
 PAAZ (psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis)
Bij acute problematiek altijd eerst de huisarts bellen!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Acute psychiatrie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreken we van langdurige (ernstige) psychiatrische aandoeningen? (EPA)
A
Klachten langer dan 1 jaar
B
Klachten langer dan 5 jaar
C
Klachten langer dan 3 jaar
D
Klachten langer dan 2 jaar

Slide 13 - Quiz

Ernstige psychiatrische aandoening (EPA)
Draagkracht en draaglast
In balans en uit balans
Life events 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Life Events

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Draagkracht betekent
A
De energie die je hebt om een last te kunnen dragen.
B
Alle dingen die je energie kosten.
C
Is het maximale gewicht dat je volgens de ARBO-wet mag dragen.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Draaglast betekend
A
Factoren en eisen uit je omgeving die spanning veroorzaken.
B
Factoren die je leven leuk maken, waar je energie van krijgt.
C
Alle antwoorden zijn onjuist
D
Wat je in je leven de moeite waard vind.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw de Wit heeft reuma en veel beperkingen van de mobiliteit. Mevrouw is altijd positief.

Waar is sprake van?
A
Hoge draaglast en lage draagkracht
B
Lage draaglast en hoge draagkracht
C
Hoge draaglast en hoge draagkracht
D
Lage draaglast, lage draagkracht

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met Coping?
A
Emotionele status.
B
Het omgaan met problemen.
C
Draagkracht
D
Draaglast

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vormen van begeleiding

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Over welke psychiatrische stoornissen willen jullie meer informatie?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
( in 1 woord (tip of top)

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions