Les WIA oefenen

Recht op WIA? zo ja, welke uitkering: IVA of WGA?
WGA: welke uitkering dan?
  1. Alléén als je 35% of meer ao bent na 104 weken ziekte, dán WIA
  2. 80-100% ao én duurzaam ao, dan iva-uitkering 75% loon tot max AOW
  3. Dus géén 80-100% ao dan altijd WGA
  4. Én niet duurzaam 80-100% ao óók altijd WGA
  5. WGA dan altijd eerst kijken of aan de wekeneis is voldaan. Ja, dan loongerelateerd (zelfde als WW-let op: 2 jaren ziekte tellen mee bij arb.verleden!) tot max 24 mnd
  6. Ná loongerelateerd óf als je geen recht op loongerelateerde had, dán loonaanvulling of vervolg tot max AOW
  7. Voor de vraag loonaanvulling of vervolg kijken of diegene weer werkt (= inkomenseis). Géén werk, dan altijd vervolguitkering (% minimum loon!)
  8. Wél werk, dan loonaanvulling áls hij hiermee minstens 50% rvc benut. Nee, alsnóg vervolguit 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SociaalzekerheidsrechtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Recht op WIA? zo ja, welke uitkering: IVA of WGA?
WGA: welke uitkering dan?
  1. Alléén als je 35% of meer ao bent na 104 weken ziekte, dán WIA
  2. 80-100% ao én duurzaam ao, dan iva-uitkering 75% loon tot max AOW
  3. Dus géén 80-100% ao dan altijd WGA
  4. Én niet duurzaam 80-100% ao óók altijd WGA
  5. WGA dan altijd eerst kijken of aan de wekeneis is voldaan. Ja, dan loongerelateerd (zelfde als WW-let op: 2 jaren ziekte tellen mee bij arb.verleden!) tot max 24 mnd
  6. Ná loongerelateerd óf als je geen recht op loongerelateerde had, dán loonaanvulling of vervolg tot max AOW
  7. Voor de vraag loonaanvulling of vervolg kijken of diegene weer werkt (= inkomenseis). Géén werk, dan altijd vervolguitkering (% minimum loon!)
  8. Wél werk, dan loonaanvulling áls hij hiermee minstens 50% rvc benut. Nee, alsnóg vervolguit 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Jim is 35% ao. Hij heeft 5 maanden gewerkt voordat hij ziek werd en heeft nieuw werk gevonden waarmee hij 100% van zijn restverdiencapaciteit benut. Welke uitkering krijgt hij?
A
iva
B
loongerelateerd
C
loonaanvulling
D
vervolg

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Jim verliest een deel van dit werk helaas en heeft nog maar 45% van zijn restverdiencapaciteit. Wat nu?
A
loonaanvulling
B
vervolg

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel procent wordt Jim zijn uitkering met een ao van 35%?
A
28%
B
35%
C
42%
D
50,75%

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

is de vervolguitkering gekoppeld aan het laatstverdiende loon of het minimumloon
A
laatstverdiende loon
B
minimumloon

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ahmed zijn arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 90% zonder kans op herstel. Hij heeft voor zijn ziekte 5 maanden lang gewerkt. Op welke uitkering heeft hij nu recht?
A
iva
B
loongerelateerd
C
loonaanvulling
D
vervolg

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de hoogte van de IVA-uitkering?
A
70% laatstverdiende loon
B
75% laatstverdiende loon
C
75% van het minimumloon

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mira is 90% ao en heeft wel kans op herstel. Ze heeft 11 maanden gewerkt voordat zij ziek werd en heeft nog geen nieuw werk gevonden. Welke uitkering krijgt zij?
A
iva
B
loongerelateerd
C
loonaanvulling
D
vervolg

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is haar arbeidsverleden? Mira heeft recht op de loongerelateerde uitkering. Ze is 26 jr en heeft 11 mnd gewerkt en was in mei 2018 begonnen

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

op hoeveel maanden heeft zij recht?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

wat is de hoogte van haar uitkering in de 3e maand?
A
70%
B
75%

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat krijgt Mira nu na haar loongerelateerde uitkering en waar hangt dit vanaf?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Anne was op 1 december 2010 gaan werken, en werd op 15 maart 2015 ziek. Doordat zij na 104 weken nog steeds 70% arbeidsongeschikt is, heeft zij op 15 maart 2017 recht op een WGA-uitkering.
Wat voor soort uitkering zal zij ontvangen: loongerelateerd, loonaanvullend of een vervolguitkering? Motiveer je antwoord.

Slide 13 - Open question

Anne voldoet dus zonder meer aan de referte-eis: wekeneis, maar ook aan de jareneis.
Dan heeft zij recht op een loongerelateerde uitkering van 7 jaar.

Daarna is het de vraag of zij de resterende verdiencapaciteit kan verdienen of minstens de helft daarvan. Dan krijgt ze een loonaanvullings uitkering en anders wordt het een vervolguitkering.

Bereken nu eerst het arbeidsverleden en vervolgens ook de duur van de uitkering van Anne die dus vanaf 15 maart 2017 haar loongerelateerde-uitkering ontvangt en zelf 55 jaar oud is en neem deze berekening op in je antwoord.

Slide 14 - Open question

ze voldoet aan de wekeneis nu ze al jaren werkt.
haar arbeidsverleden: Ze is 18 geworden in 2006. Begonnen met werken in 2010 - 2017 wia: feitelijk arbeidsverleden 2017-2010 = 7
Fictief arbeidsverleden: 18 geworden na 1998 dus geen fictief 
Dus haar totale arbeidsverleden is 7 jaar en dus recht op 7 mnd aan loongerelateerde uitkering en daarna afhankelijk van restverdiencapaciteit een loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering.

Haar jaarinkomen was € 12.000,00. Wat wordt de hoogte van haar maand-uitkering?
Leg uit hoe je aan dit antwoord komt.

Slide 15 - Open question

Zij heeft recht op een loongerelateerde uitkering. Dit betekent dat zij de eerste twee maanden 75% krijgt en daarna 70% van haar laatstverdiende loon dat 1200,00 bedraagt. Dus 900,00 of 840,00.
welke uitkering krijgt Anne na haar loongerelateerde uitkering, ervan uitgaande dat ze inmiddels met werk nog 60% van haar resterende verdiencapaciteit benut?
A
loonaanvullingsuitkering
B
vervolguitkering

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Anne verliest haar werk en valt daarom terug op de vervolguitkering. Ze is nog steeds 70% ao. Wat wordt de hoogte van haar uitkering?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions