Les 2 - Tweelingfouten en Opvulwoorden

Planning
1. 10 minuten lezen
2. Tweelingfouten
3. Opvulwoorden
4. Aan de slag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Planning
1. 10 minuten lezen
2. Tweelingfouten
3. Opvulwoorden
4. Aan de slag

Slide 1 - Slide

Doelen
- Aan het einde van de les ken je de voor- en nadelen van opvulwoorden.
- Aan het einde van de les herken je tweelingfouten. 

Slide 2 - Slide

Tweelingfouten:
 Gebruiken van het verkeerde woord gebruiken, omdat (of doordat?) twee woorden op elkaar lijken in vorm of betekenis.

Slide 3 - Slide

Wist jij dat zij elkaar al ........ van de basisschool?
A
kennen
B
kunnen

Slide 4 - Quiz

Als of dan?
Ik ben even groot ……. mijn zoon, maar kleiner …… mijn dochter.

A
dan, dan
B
als, dan
C
dan, als

Slide 5 - Quiz

Omdat of doordat?
Ik blijf thuis, ………. ik ziek ben.
Ik ben ziek,……….. ik iets verkeerds gegeten heb.

A
omdat, doordat
B
doordat, omdat

Slide 6 - Quiz

Te wijten of te danken aan?
Het ongeluk is te …….. aan het appen op de fiets.
De voldoende voor die toets is te ……….aan zijn harde werken.

A
danken, danken
B
wijten, danken
C
danken, wijten
D
wijten, wijten

Slide 7 - Quiz

Mits of tenzij?
Ik ga vanavond sporten, ...... het regent.
Ik ga vanavond sporten, ...... het droog is.
A
tenzij, mits
B
mits, tenzij

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Opvulwoorden
Luister nou toch eens even
Kun je misschien een stukje opzij schuiven? 

Met zulke opvulwoorden bepaal je de gevoelswaarde van de hele zin. 

Slide 10 - Slide

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?

Ik ben eigenlijk nog niet zo moe.
A
Versterkend
B
verzachtend
C
wollig
D
storend

Slide 11 - Quiz

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?

Kom toch gezellig binnen!
A
Versterkend
B
verzachtend
C
wollig
D
storend

Slide 12 - Quiz

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?
In principe denk ik dat wij toch nog maar even blijven.
A
Versterkend
B
verzachtend
C
wollig
D
storend

Slide 13 - Quiz

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?

Weet u soms ook de weg naar het station?
A
Versterkend
B
verzachtend
C
wollig
D
storend

Slide 14 - Quiz

Opvulwoorden
Als je ze te veel gebruikt, kunnen ze storend worden.

Dan zijn het stopwoorden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aan de slag
Huiswerk 
- Blok 4 => Over taal => Woordenschat => opdracht 1.1 t/m 2.10

Slide 17 - Slide