Di 2 april tweelingfouten en als of dan

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Over taal H3

- Betekenis woorden

- Tweelingfouten 

- Taalvariatie

Tweelingfouten

leggen/liggen

kennen/kunnen

als/dan

mits/tenzij

Tweelingfouten

Leggen - liggen

Kennen - kunnen

Als - dan

omdat - doordat

Mits - tenzij

Blijkbaar - schijnbaar

Rede - reden

leggen/liggen, kennen/kunnen, als/dan, omdat/doordat, mits/tenzij
Dit zijn voorbeelden van:

1. een verhaspeling
2. antoniemen
3. synoniemen
4. tweelingfouten

Tweelingfouten

Die tv is groter dan die van ons.

Mijn cijfer is even goed als de jouwe.

Bij ongelijkheid = dan

Bij gelijkheid = als

Wat zijn tweelingfouten?

1. Wanneer je van twee woorden die veel op elkaar lijken het verkeerde woord gebruikt.
2. Twee woorden die in vorm of betekenis erg op elkaar lijken.
3. Wanneer je twee woorden met elkaar verwart.
4. Twee synoniemen door elkaar halen.

Haal de tweelingfouten uit de tekst.

Mijn vader legt zo lekker te slapen. Dan ken je hem beter niet wakker maken. Want hij is chagrijniger als mijn moeder, omdat zei  zo geduldig is. Mits je haar een emmer water op het hoofd smijt. Maar daar is gelukkig ook geen rede toe. Me moeder zo pesten met behulp van me broertje, dat was maar een keer en nooit weer.

Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden - hv2a

Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.

*Je weet wat opvulwoorden zijn.

*Je weet wat stopwoorden zijn.

Opvulwoorden

Door het gebruik van de opvulwoorden verander je de gevoelswaarde van de zin.

Bijvoorbeeld:

Wat ben jij nou weer aan het doen?!

Wat ben jij aan het doen?!

Opvulwoorden vs. stopwoorden

Welk woord is een opvulwoord?

1. Morgen
2. Nou toch
3. Tafels
4. Gezien

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?

Ik ben eigenlijk nog niet zo moe.

1. Versterkend
2. verzachtend
3. wollig
4. storend

Welk effect hebben de opvulwoorden op deze zin?

Je weet wel, hij heeft zeg maar gewoon best wel gerockt.

1. Versterkend
2. verzachtend
3. wollig
4. storend

'Mag ik er misschien even langs?'
Deze zin bevat...

1. stopwoorden
2. opvulwoorden

'Mag ik er misschien even langs?'
Deze opvulwoorden zijn...

1. versterkend
2. verzachtend

Wat is het effect van de opvulwoorden?
Je moet serieus echt beter je best gaan doen.

1. versterkend
2. verzwakkend
3. wollig
4. storend

Wat is het effect van de opvulwoorden in deze zin?

"Ik heb dus zegmaar moeite met concentreren ofzo."

1. Versterkend
2. Verzachtend
3. Storend/ wollig

Huiswerk voor ma 8 april

Maken opdr. 4 t/m 7

Leren wanneer je 'dan' gebruikt en wanneer je 'áls' gebruikt.

Groter "dan" ik ben

Net zo groot áls ik ben.