3.6 Evolutie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

BS3.6 Evolutie 

Na deze les kan je

• Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren
• Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie  en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten. 

Hoe wil je vandaag werken?

1. Meedoen met de uitleg, daarna vragen maken
2. Zelfstandig lezen, daarna zelf opdrachten maken. Hulp achteraf

Wat is evolutie?

Soorten en rassen

• Je moet soorten en rassen kunnen onderscheiden

           Een soort

               

             Een ras

Soorten en Rassen

Een organisme kan  vruchtbare nakomelingen krijgen met een organisme van dezelfde soort. 

Rassen                                             

Verschillende rassen behoren tot dezelfde soort, en kunnen dus vruchtbare nakomelingen krijgen.

Een ras is een variatie bínnen de soort, denk aan honden.

Wat is evolutie?

Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

--> Dit gebeurt in de loop van velen jaren (miljoenen)

1. verandering in genotypen (variatie)

2. natuurlijke selectie

3.  ontstaan van nieuwe soorten

1. Veranderingen in genotypen

• Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  
• Nieuwe genotypen ontstaan door voortplanting & mutaties
• Diversiteit in een populatie
  

2. Natuurlijke selectie

De best aangepaste overleeft en krijgt weer nakomelingen

Wordt bepaalt door:

- het genotype

-het milieu

2. Natuurlijke selectie

• Sommige individuen hebben een grotere overlevingskans dan anderen
• Het aanpassen van diersoorten aan de omgeving, heet adaptatie.
• Afhankelijk van de selectiedruk zal het uiterlijk van een soort langzaam veranderen
  --> survival of the fittest!
• 
  

0

Leg in je eigen woorden uit wat natuurlijke selectie is.

3. Het ontstaan van nieuwe soorten

• Mutaties (verandering van een bepaald gen) --> verandering fenotype
  
• De best aangepaste soort komt dan het meest voor

• Isolatie (soorten leven gescheiden van elkaar)

--> andere leefomstandigheden
        bv. voedsel, klimaat

Huiswerk

Maak 3.6: opgaven: 1 t/m 8 (3,4 hoeft niet)

https:

https: