Wonen

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Alfabetisering NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Noord-Brabant

Slide 2 - Slide

Oisterwijk

Slide 3 - Slide

Ik woon in een huis.

Slide 4 - Slide

het huis
de flat

Slide 5 - Slide

Mijn huis is groot.

Slide 6 - Slide

groot
klein

Slide 7 - Slide

Mijn huis is nieuw.

Slide 8 - Slide

 nieuw
oud

Slide 9 - Slide

Ik heb een voortuin.

Slide 10 - Slide

Ik heb een achtertuin.
voortuin

Slide 11 - Slide

de achtertuin
de voortuin

Slide 12 - Slide

Mijn straat is rustig.

Slide 13 - Slide

rustig
druk

Slide 14 - Slide

de straat is druk.

Slide 15 - Slide

de stad
het dorp

Slide 16 - Slide

de moskee
de kerk

Slide 17 - Slide


A
druk
B
rustig
C
nieuw
D
oud

Slide 18 - Quiz


A
groot
B
klein
C
druk
D
rustig

Slide 19 - Quiz


A
groot
B
klein
C
druk
D
rustig

Slide 20 - Quiz


A
rustig
B
druk
C
nieuw
D
oud

Slide 21 - Quiz

Ik woon...
Ik woon in Nederland.
Ik woon in Oisterwijk.
Ik woon in een huis.
Mijn huis is groot.
Mijn huis is nieuw.
Ik heb een voortuin en een achtertuin.
Mijn straat is rustig.


Tekst

Slide 22 - Slide

Ik woon...
Ik ....... in Nederland.
Ik ....... in ..............
Ik ....... in een huis.
Mijn huis ....... groot.
Mijn huis.......nieuw.
Ik ....... een voortuin en een achtertuin.
Mijn straat ....... rustig.


Slide 23 - Slide

Wij wonen...
Wij wonen in Nederland.
Wij wonen in Oisterwijk.
Wij wonen in een huis.
Ons huis is groot.
Ons huis is nieuw.
Wij hebben een voortuin en een achtertuin.
Onze straat is rustig.


Slide 24 - Slide

Wij wonen...
Wij ............. in Nederland.
Wij ........... in Oisterwijk.
Wij .............. in een huis.
Ons huis .......... groot.
Ons huis .............nieuw.
Wij .................. een voortuin en een achtertuin.
Onze straat ................ rustig.


Slide 25 - Slide

Wat is dit?

Slide 26 - Slide

Weet je meer woorden met:
a
kat


Slide 27 - Open question

Weet je meer woorden met:
aa
maan










aa
aa maan



Slide 28 - Open question