Omgeving - omgeving - les 2 woordenschat

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Thema omgeving

De omgeving - Les 2a

De woorden van Lowan worden soms op een wat andere volgorde aangeboden, ook heb ik woorden om richting aan te geven toegevoegd. Dit thema is bedoeld om gelijktijdig met Lowan de omgeving aan te bieden.

Het thema maakt deel uit, van het grotere thema rondom 'de omgeving'. Lowan het huis kan hiervoor gegeven worden. Hier is ook een Lesson Up en papierenopdrachten serie van.

Joyce.

de straat

Layla fietst op de straat.

Naast de straat is soms een stoep.

de weg

Layla fietst op de weg.

Naast de weg is soms een stoep.

het kruispunt

De auto slaat op het kruispunt rechtsaf. 

Doe voorzichtig, dit is een druk kruispunt.

de stoep

Mehmet loopt op de stoep. 

De voetganger loopt op de stoep, dat is veilig.

naar rechts/ rechtsaf

De fietser slaat rechtsaf.

In de Diezestraat moet je de tweede straat rechtsaf.

naar links/ linksaf

De fietser slaat linksaf.

In de Dorpsstraat moet je de eerste straat naar links.

de bushalte

Ik wacht bij de bushalte op de bus.

Je moet op tijd bij de bushalte zijn. 

Het adres van Ingrid

Luister naar Ingrid. Ingrid zegt haar adres. 

In welke straat woont Ingrid?

Op welk huisnummer woont Ingrid?

In welke stad woont Ingrid?

Kampen

Zwolle

Den Haag

61

62

63

Dorpsstraat 

Leidsestraat 

Nieuwstraat 

Luister naar Ingrid. 
Ingrid vertelt over de buurt waarin ze woont. 

Ingrid woont in 

De buurt van Ingrid

Ingrid heeft  

Is de supermarkt dichtbij? 

In een huis

In een flat

In een bungalow

een voortuin 

een achtertuin 

een voortuin en een achtertuin

Ja

Nee

Wat zie je?

Wat zie je?

Vind je de muur mooi of lelijk?

Wat is de naam van de straat.

Waar loopt mevrouw Demi?

Hoe snel mag de auto op deze straat rijden?