K8 Aussehen 2E

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herzlich willkommen in der Deutschstunde!

Wer ist das?

Leerdoelen

-Je kunt de vragen uit eenvoudige fragmenten over het thema mode beantwoorden. 

-Je kent de betekenis van de woorden van het thema "Aussehen" (bladzijde).

-Je kan deze woorden in een andere context gebruiken.

Introduktion Kapitel 8

• Einführung: Thema - Aussehen
• Hören: Reportage Pimpen statt shoppen 

• Grammatik: Wiederholung regelmatige werkwoorden
• Grammatik: onregelmatige werkwoorden

Das Thema von Kapitel 8:

das Aussehen

= het uiterlijk

die Hose

das T-Shirt

der Pullover

die Jacke

das Kleid

der Rock

die Socken

der Schuh

die Kleidung

grün

tragen

de jurk

de broek

het T-shirt

de trui

het jack, vest

de rok

de sokken

de schoen

de kleding

groen

dragen

Pimpen statt shoppen

Wat betekent de titel?

1. pimpen en shoppen
2. pimpen in plaats van shoppen

1. Björn

1. gebruikt spullen die andere weggooien.
2. werkt bij een recyclingbedrijf.

2. Wat is de hobby van Björn?

3. Björn haalt ideeën uit tijdschriften en van internet of

1. raakt geïnspireerd door iemand op straat of op school
2. vraagt tips aan zijn vrienden op school

Waar is Björn trots op?

1. zijn spijkerjasje
2. zijn trui

Om de olievlekken minder te laten opvallen, hebben Björn en Dennis de trui

1. geverfd
2. met letters bedrukt.

Bij Upcycling gaat het erom, dat je

1. oude dingen naar de kringloopwinkel brengt.
2. van oude dingen iets nieuws maakt.

Welke zin is waar?

1. Björn moedigt je aan om een oud kledinstuk te gaan pimpen
2. Volgens Björn is het best ingewikkeld om een kledingstuk te pimpen

Kun jij je vinden in het advies van Björn?

😒🙁😐🙂😃

vuilnis

trots

verschillende

vertel

in plaats van

Ich werde die Blumen in den Müll werfen

Erzähl mir mal von Deinem Urlaub.

Gut gemacht. Ich bin stolz auf dich!

Die Hose ist verfügbar in vielen verschiedenen Farben.

Ich lese lieber ein Buch statt einer Zeitschrift.

An die Arbeit!

Was?	Kapitel 8: Seite 71 Aufgabe 6
Wie?	1. mache die Aufgabe erst allein 2. check mit Deinem Nachbar
Wie lange?	6 Minuten
Hilfe?	benutze die Lernliste Seite 98
Resultat?	Du kannst die Wörter über aussehen activ benutzen.
Fertig?	Seite 70 Aufgabe 3 und 5

Grammatik 

Wiederholung

Wir wiederholen Grammatik  "regelmatige werkwoorden".
Was weißt du noch?

Regel: feesttenten 

Vertaal 'hij speelt'

spielen (= spelen)

1. er spielt
2. er spielst
3. du spielst
4. du spielt

Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?

1. er/sie/es + wir
2. ich + wir
3. er/sie/es + ihr
4. wir + sie/Sie

Vertaal 'jij praat'

reden (= praat)

1. du redst
2. du redest
3. er redt
4. er redet

Kapitel 8: Grammatik

Grammatik: 

können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen und mögen.

Klinkerwissel in de tegenwoordige tijd

Uitgang is anders bij ich + er/sie/es

können

ich kann, du kannst, er / sie / es kann

An die Arbeit!

Was?	Kapitel 8: Seite 80 Aufgabe 18
Wie?	1. mache die Aufgabe erst allein 2. hast Du die Regel verstanden? 3. erkläre die Regel an Deinen Nachbarn
Wie lange?	6 Minuten
Hilfe?	frage mich
Resultat?	Du hast die Regel verstanden und kannst sie erklären
Fertig?	Seite 81 Aufgabe 19

können

müssen

dürfen

wollen

wissen

moeten

weten

kunnen

mogen (toestemming)

willen

können

ich

du

er/ sie/ es

wir

ihr

Sie / sie (2)

stam

foute antwoorden

können

könnt

kannst

kann

können

kann

könn

kannen

könne

könnst

dürfen

ich

du

er/ sie/ es

wir

Ihr

Sie / sie (2)

stam

foute antwoorden

dürfen

dürft

darfst

darf

dürfen

darf

dürf

darfen

dürfe

dürfst

het werkwoord 'müssen'

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

musst

müssen (U)

müsst

muss (hij)

muss

müssen

müsse

musse

Verstanden?

Noch üben?

https://learningapps.org/watch?v=pajd3y2zj22

Ich habe neue deutsche Wörter über das Thema Mode gelernt.

😒🙁😐🙂😃

Grammatica: Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof

Huiswerk

Kapitel 8: Wortschatz: Seite 69 Aufgabe 2,3, 5-8

Grammatik: Seite 80 Aufgabe 19 - 22