This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Werk in stilte aan NUMO
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
5 min
Bespreken opdrachten 7.3
10 min
Uitleg 7.4
10 min
Maken opdrachten
20 min
Bespreken opdrachten
10 min
LessonUp
15 min
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Bereken de zwaartekracht op een tafel van 30 kilo
Slide 6 - Open question
Bereken de zwaartekracht die op een schooltas van 2000 gram werkt
Slide 7 - Open question
Leerdoelen 7.4
Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken
Slide 8 - Slide
Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in
de tegenovergestelde richting.
Daardoor gebeurt er niets.
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.
Slide 9 - Slide
7.4 Krachten in evenwicht
Slide 10 - Slide
Zwaartekracht
Hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de zwaartekracht.
De zwaartekracht meten we in Newton (N).
De zwaartekracht kun je meten met een
krachtmeter
1 kg = 10 N
Slide 11 - Slide
Richting van de kracht
Komt de kist vooruit?
Slide 12 - Slide
Richting van de kracht
Tegenwerkende krachten
40 N naar links en 40 N naar rechts
Slide 13 - Slide
Richting van de kracht
Fnetto = 0 N
Slide 14 - Slide
Richting van de kracht
Fnetto = 0 N
Regel: tegenwerkende krachten moet je van elkaar af trekken
Slide 15 - Slide
Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor meer voorbeelden.
Slide 16 - Slide
Krachten in evenwicht
Nettokracht = 0
Pijlen tegenovergesteld even lang
Slide 17 - Slide
Welke kracht gaat welke richting op?
Slide 18 - Slide
Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 19 - Slide
Normaalkracht
Normaalkracht = zwaartekracht
Fn = Fz
Nettokracht = 0
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 20 - Slide
Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in
de tegenovergestelde richting.
Daardoor gebeurt er niets.
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.
Slide 21 - Slide
Spankracht Fspan
De spankracht is de kracht die een touw of snaar of ander langwerpig voorwerp gespannen houdt - meestal doordat dit voorwerp iets op/aantrekt. Zoals bij de lamp. Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.
Fspan
Slide 22 - Slide
Krachten evenwicht
Bij een lamp die aan het plafond hangt zie je geen effect van een kracht. Dat komt omdat er twee krachten op de lamp werken: de zwaartekracht naar beneden en de spankracht naar boven. De spankracht en de zwaartekracht zijn even groot maar tegengesteld: er is evenwicht. Bij twee krachten is er evenwicht als de krachten even groot en tegengesteld gericht zijn.
Slide 23 - Slide
Fnormaal is gelijk aan
Fzwaartekracht
Slide 24 - Slide
Fnormaal is gelijk aan
Fzwaartekracht
Slide 25 - Slide
Fnormaal is kleiner dan
Fzwaartekracht
Nijlpaard zakt door plank
Slide 26 - Slide
Wrijvingskracht is even groot als spierkracht .
Het resultaat van de krachten is 0.
Auto komt niet in beweging.
Slide 27 - Slide
Spierkracht is groter geworden.
Wrijvingskracht is ook groter geworden.
Het resultaat van de krachten is 0.
Auto komt niet in beweging.
Slide 28 - Slide
Spierkracht is groter geworden dan de maximale wrijvingskracht.
De netto kracht positief.
Auto komt in beweging.
Slide 29 - Slide
Resultaat van netto kracht
Nettokracht in de richting van beweging - versnelling
Nettokracht tegen de richting van beweging - vertraging
Slide 30 - Slide
Aan de slag:
Wat? Maak 7.4 helemaal behalve de ster-opdrachten
Hoe? Binnen je groep
Tijd? 20 min
Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
Klaar? Maak ook de steropdrachten
Ook daarmee klaar? Haal een werkblad bij de docent
timer
20:00
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Leerdoelen 7.4
Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken
Slide 35 - Slide
Resultante kracht
Slide 36 - Slide
Resultaten/ netto kracht
Wat is de nettokracht?
Slide 37 - Slide
Nettkoracht
100 - 40 = 60 N
Nettokracht naar links
Slide 38 - Slide
Nettokracht
Wat is hier de nettokracht en welke kant op?
Slide 39 - Slide
Nettokracht
Als krachten dezelfde richting op gaan mag je ze bij elkaar op tellen
Slide 40 - Slide
Nettokracht
Kracht naar links: 80 + 80 = 160 N
Kracht naar rechts: 130 N
Wat is netoo kracht?
Slide 41 - Slide
De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden
Slide 42 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N
Slide 43 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links
Slide 44 - Quiz
Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen. Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 45 - Quiz
Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.
Slide 46 - Quiz
Wat is het symbool van kracht?
A
F
B
N
C
K
Slide 47 - Quiz
Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram
Slide 48 - Quiz
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 49 - Quiz
Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl
Slide 50 - Quiz
De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt noemen we:
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht
Slide 51 - Quiz
Bereken de zwaartekracht op een glas water met een massa van 0,3 kg.
A
3000 N
B
3,00 N
C
30,0 N
D
300 N
Slide 52 - Quiz
Aan de slag:
Wat? Maak 7.3 helemaal af
Hoe? Binnen je groep
Tijd? Tot einde van de les
Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
Klaar? Haal een werkblad bij de docent
Ook daarmee klaar? Haal een nakijkmodel bij de docent