Burgerschap vitaliteit les 3

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
We gaan vandaag starten met theorie, gecombineerd met een kleine quiz. 
Daarna gaan we een opdracht buiten de deur doen. 
We eindigen de dag met presentaties. 


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Doel 1: Je kent de 6 voedingsstoffen.


doel 2: Je weet de functie van voedingsstoffen in het lichaam.
Doel 3: Je kunt beoordelen wat een voedingsproduct gezond of ongezond maakt en kan dit beargumenteren.




Slide 3 - Slide

Voedingsstoffen
- Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
- Voedingsstoffen zijn de bruikbare stoffen die in voedingsmiddelen zitten.
- Voedingsstoffen hebben 4 functies.

Slide 4 - Slide

Hoeveel functies hebben voedingsstoffen?
A
koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen, vitaminen, water
B
2
C
4
D
6

Slide 5 - Quiz

Brandstoffen
Zorgen voor energie voor processen in het lichaam zoals: ademhaling, spijsvertering en een stabiele lichaamstemperatuur. 
In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats, daarvoor is brandstof nodig. Brandstof levert de energie voor je lichaam en organen zodat ze kunnen werken.

 
Wat zijn brandstoffen: vetten, koolhydraten, eiwitten.

Slide 6 - Slide

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten, eiwitten en vetten
C
vitaminen, mineralen en water
D
alleen koolhydraten en vetten

Slide 7 - Quiz

Bouwstoffen
Zijn nodig voor groei, herstel en ontwikkeling.
Herstel: Denk aan wondjes die moeten helen. 
Ontwikkeling: Om het lichaam te onderhouden.
Hierdoor kunnen er nieuwe cellen en weefsel worden gemaakt. 

Alle voedingsstoffen dragen hieraan bij.

Slide 8 - Slide

De functie van bouwstoffen is het leveren van energie.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Beschermende stoffen
Deze zorgen ervoor dat alle processen in je lichaam goed verlopen. 
- Zorgen voor bescherming.
- Zorgen voor weerstand tegen ziekten.

Wat zijn beschermende stoffen: Vitaminen en mineralen

Slide 10 - Slide

Wat zijn mineralen
en welke functie hebben ze?
A
Zouten, beschermende functie
B
Vitaminen, ze zijn bouwstoffen
C
Stenen, het zijn reserve stoffen
D
Suikers, ze leveren energie

Slide 11 - Quiz

Reservestoffen
Stoffen die zijn opgeslagen in het lichaam, onder je huid maar ook rond je organen.

 
Reservestoffen zijn koolhydraten en vetten.

Slide 12 - Slide

Welke twee functies heeft vet hoofdzakelijk?
A
Brandstof en reservestof
B
Bouwstof en beschermende stof
C
Beschermende stof en brandstof
D
Reservestof en bouwstof

Slide 13 - Quiz

Alle voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen

Slide 14 - Quiz

Opdracht: Pitch over het aller gezondste product
1. Maak twee- of drietallen.
2. Ga samen naar de winkel en kies het aller gezondste product wat je kunt vinden. Koop het of maak er een foto van (vergeet de voedingswaarde niet duidelijk te fotograferen).
3. Ga op onderzoek uit welke voedingsstoffen in het product zitten. Welke functie hebben die voedingsstoffen en wat doen ze in het lichaam? (Tip: google op functies van de voedingsstof).
4. Ontwerp een korte Pitch (met creatieve ondersteuning) van max 5 minuten waarin je uitlegt waarom jouw uitgekozen voedingsproduct zo gezond is, welke voedingsstoffen erin zitten en wat het doet met je lichaam.
5. Zorg dat jullie om 14:10 weer in het lokaal zijn.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Koolhydraten
Zetmeel is een koolhydraat. 
Als zetmeel tijdens het verteringsproces verteerd wordt (in stukjes wordt 'geknipt'), dan ontstaat glucose.  Dat is een belangijke brandstof voor het functioneren van bijvoorbeeld de hersenen.

Koolhydraten leveren vooral brandstof, ze zijn belangrijk om optimaal te kunnen bewegen, denken en bijv. je te kunnen concentreren. 


Brandstof
Reservestof
Bouwstof

Slide 17 - Slide

Vetten
                          2 soorten vet

Verzadigd vet = Verkeerd vet. 
Het zit in veel dierlijke producten, 
in koek, gebak en snacks.

Onverzadigd vet = Oké vet = goed vet. Het zit in bijv.  margarine, olijfolie, vis en noten.





Brandstof
Reservestof
Bouwstof

Slide 18 - Slide

Eiwitten

Zijn belangrijk voor de opbouw,
het onderhoud en reparatie van onze lichaamsweefsels. Bijvoorbeeld voor de huid, organen en spieren.


Eieren, vlees, zuivel, vis en zaden.
Bouwstof
Brandstof

Slide 19 - Slide

Vitaminen
Zijn van essentieel belang voor onze gezondheid omdat zij zorgen voor een goede stofwisseling.

Vitaminen worden niet verteerd.
Ze kunnen direct worden opgenomen door het lichaam

Maken wij vitamine D aan? Leg uit!
Bouwstof
Beschermende stof
zoek het antwoord op internet

Slide 20 - Slide

Mineralen
Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en normale groei en ontwikkeling. 

Mineralen worden niet verteerd.
Ze kunnen direct worden opgenomen door het lichaam.
Bijv: 
Zink, ijzer, calcium (kalk), natrium.


Bouwstof
Beschermende stof

Slide 21 - Slide

Water
Bevat geen calorieën.

Voorziet je lichaam net als andere dranken van vocht.

Is een hele belangrijke bouwstof voor het lichaam.


Bouwstof

Slide 22 - Slide

Check vragen
- Welke 6 voedingsstoffen zijn er?
- Welke 4 functies hebben de voedingsstoffen?
- Welk product was het gezondste en waarom?

Slide 23 - Slide