What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsdelen 7 jan 2021
Zinsdelen
Een zinsdeel kan uit één woord bestaan
Een zinsdeel kan uit meerdere woorden bestaan.
Zinsdelen zijn de bouwstenen van een zin.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zinsdelen
Een zinsdeel kan uit één woord bestaan
Een zinsdeel kan uit meerdere woorden bestaan.
Zinsdelen zijn de bouwstenen van een zin.
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
Ik kan met een bouwplan een zin maken.
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
Slide 2 - Slide
Je kunt een zin op verschillende manieren opbouwen.
Die verschillende bouwstenen zijn de zinsdelen.
Slide 3 - Slide
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
1. Welke bewering is waar?
A
Een zinsdeel bestaat uit een woord of uit een groepje woorden.
B
Met de vraagproef vind je het gezegde.
C
Voor de persoonsvorm staan een of meer zinsdelen.
Slide 8 - Quiz
Zinsdelen juist verdeeld?
Petten, mp3-spelers, mobiele telefoons, iPods en etenswaren | mogen | nooit | in het klaslokaal.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Zinsdelen juist verdeeld?
Het populairste en aantrekkelijkste meisje uit onze klas | werd | voor het eerst | afgewezen.
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Zinsdelen juist verdeeld?
Het populairste en aantrekkelijkste meisje uit onze klas | werd | voor het eerst | afgewezen.
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Zet in zinsdelen:
Dit weekend gaan we naar de Efteling
A
Dit weekend/ gaan/ we/naar/ de Efteling
B
Dit/weekend/ gaan/we/naar/de Efteling
C
Dit weekend/gaan/we/naar de Efteling
D
Dit weekend gaan/we/naar de Efteling
Slide 12 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Jan/ gaf/ de toets /aan /de leraar.
Is de zin correct verdeeld in zinsdelen?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Weet je nu hoe je de zin moet opdelen in zinsdelen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 15 - Quiz
Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?
Slide 16 - Open question
Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.
Slide 17 - Open question
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
De vergadering / loopt / een beetje / uit.
Slide 18 - Open question
Zinsdelen
Je weet nu hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen.
Je maakt opdracht 8 t/m 10 van blz. 148/149
Veel succes!
Slide 19 - Slide
More lessons like this
K2 H3 Grammatica zinsdelen: lange onderwerpen
January 2018
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.7 grammatica
January 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H.3.7 grammatica
March 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3.7 grammatica niet aangepast
January 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3.7 grammatica niet aangepast
April 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2HM- grammatica - weektaak 15-19 feb
January 2021
- Lesson with
33 slides
nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H.3.7 grammatica les 2 en 3 (o en lv)
January 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
4.7 en 3.7 grammatica
January 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1