Les 5: quiz begrippen les 1 - 4 + ouderdomsziekten

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Module mens en zorg

leerjaar 2, periode 1

Thema: ouderdomsziekten

competentie: zelfstandig leren en werken

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- kun je minstens 5 ouderdomsziekten noemen

- kun je een zorgvrager een jas aan/uittrekken

Lesplanning

Quiz

theorie

praktijk

opdracht

afsluiten

Terugblik

wat hebben jullie de afgelopen week geleerd?

wat heb je de afgelopen weken geleerd?

Rachid heeft diabetes.
Wat is een ander woord voor diabetes?

1. blaasontsteking
2. nierziekte
3. suikerziekte
4. nierziekte

Diabetes patiënten hebben een

1. tekort aan insuline
2. teveel insuline

Diabetes type 2 is een welvaartsziekte

1. Juist
2. Onjuist

Diabetes is een chronische ziekte

1. Waar
2. Niet waar

Ik heb diabetes, welke zorgverlener kan mij helpen

1. Huisarts
2. Psycholoog
3. Verloskundige
4. Diëtist

Wat voor soort medicijn krijg je bij diabetes

1. Insuline
2. Glucose
3. Antibiotica
4. Vitamine C

Welk van de symptomen hoort er NIET bij als je diabetes hebt?

1. veel plassen
2. dorst
3. acetonadem
4. behoefte aan suiker

De dochters van mevrouw Den Besten zorgen
voor het avondeten van hun moeder
Dan geven de dochters?

1. Zelfzorg
2. Mantelzorg
3. Professionele zorg

Henk gaat naar de oogarts want hij ziet dubbel.

1. Zelfzorg
2. mantelzorg
3. professionele zorg

Als je in je vinger snijdt en je doet er een pleister op
dan geef je

1. Zelfzorg
2. Mantelzorg
3. Professionele zorg

Welke zorg geef je wanneer je boodschappen doet voor je oma

1. Zelfzorg
2. Mantelzorg
3. Professionele zorg

Als de tandarts je verstandskies trekt
dan krijg je

1. Zelfzorg
2. Mantelzorg
3. Professionele zorg

Een ziekte die blijvend is noemen we?

1. een acute ziekte
2. een chronische ziekte
3. een aandoening
4. een operatie

welke ziekte kun je krijgen als je een bijtwond oploopt?

1. Mazelen
2. Tetanus
3. Difterie
4. Tyfus

BMR betekent:

1. Bof, Meningitis, Rode Hond
2. Bof, Mazelen, Rabiës
3. Bof, Meningitis, Rabiës
4. Bof, Mazelen, Rode Hond

De P in DKTP betekent:

1. Pokken
2. Polio
3. Pest
4. Puisten

Obesitas

1. overgewicht
2. mollig zijn
3. ondergewicht
4. gewicht en lengte kloppen

Iemand met obesitas heeft een BMI

1. tussen 30 en 35
2. tussen 20 en 25
3. tussen 15 en 20
4. tussen 10 en 15

Wat is geen welvaartsziekte?

1. diabetes
2. kanker
3. obesitas
4. griep

Wat zijn de gevolgen van obesitas?
(Twee antwoorden)

1. Lichamelijke klachten
2. Gezond zijn
3. Ziek worden: diabetes
4. Niet sporten

Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn voorbeelden van hart- en vaatziekten? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

1. hartinfarct
2. beroerte
3. decubitus
4. hoge bloeddruk

Wat is een voorbeeld van een welvaartsziekte

1. Artrose
2. Hart- en vaatziektes
3. Nek- en rugklachten
4. Epilepsie

Welke eetgewoonten verhogen het risico op hart- en vaatziekten?

1. veel groenten eten
2. veel dierlijke vetten eten
3. veel eiwitten eten
4. veel fruit eten

Ouderdomsziekten

Welke ken je al?

Reuma

Ontsteking van gewrichten

Chronisch

Bewegen

Osteoporose

Botontkalking

Chronisch

Botbreuken

Vrouwen (hormonen)

Bewegen

Artrose

Verslijten van  de gewrichten

Chronisch

Bewegen

Ziekte van 

Parkinson

Hersenen

Beven (tremoren) handen en gezicht

Moeite met lopen (stijf+evenwicht)

Gelaat minder uitdrukking

Depressies

Chronisch 

Dementie

Ziekte van Alzheimer

Vergeetachtig

Spullen kwijt raken

Onrust

Taalproblemen

Chronisch

Hersenen

Aan het werk!

Memorykaartjes maken

Praktijk: jas aan/uittrekken

Lesdoelen behaald?

Aan het einde van de les:

- kun je minstens 5 ouderdomsziekten noemen

- kun je een zorgvrager een jas aan/uittrekken

Vooruitblik

Volgende week: medicijnen

Reflectie

Tevreden: wel/niet en waarom