week 44 niv 2/3 jaar 1


Countable-Uncountable, Some-Any
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Countable-Uncountable, Some-Any

Slide 1 - Slide

Countable/uncountable
*Een countable noun = een zelfstandig naamwoord dat je kunt tellen (bijv. a cat, one cat, two cats)
*Een uncountable noun = een zelfstandig naamwoord dat je niet kunt tellen (bijv. a slice of pizza, a lot of love)

Slide 2 - Slide

Some of Any
Some en Any betekenen allebei een beetje

Gebruik Some voor bevestigende zinnen, als je iets aanbiedt of voor een verzoek:
I have some money / Would you like some tea? / Could I have some money please?

Gebruik Any voor ontkenningen en vragen:
I don't have any money. / Have you got any questions?


Slide 3 - Slide

Exercise 1
Countable (telbaar) or Uncountable (ontelbaar)

Slide 4 - Slide

sheep
A
countable
B
uncountable

Slide 5 - Quiz

time
A
countable
B
uncountable

Slide 6 - Quiz

pupils
A
countable
B
uncountable

Slide 7 - Quiz

teeth
A
countable
B
uncountable

Slide 8 - Quiz

Exercise 2
Some or Any?

Slide 9 - Slide

I have .... questions.
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

Would you like ... cake?
(at a restaurant)
A
some
B
any

Slide 11 - Quiz

Do you have ..... questions?
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

Niveau 2:

Slide 13 - Slide

Go to page 10 and 11
*Do task 5 (kijk goed naar de voorbeelden!) 
*task 7 (gebruik de zinnen die erboven staan)
* task 8 (lees de uiteg bij task 4 nog eens door)
* task 9 (kijk goed naar de voorbeelden in task 8!)

*Over 10 minuten kijken we samen na, zorg dat je je antwoorden bij de hand hebt! 

timer
10:00

Slide 14 - Slide

Studiemeter
Ga naar studiemeter.nl / ga naar First Aid Course English
Maak: tegenwoordige tijd & nu aan de gang A1 + A2
Tijd over? Maak oefeningen vorige les af tegenwoordige tijd/aanwijswoorden

Uitleg:
Tegenwoordige tijd: feiten, gewoontes & routines. Hele werkwoord, alleen bij SHIT rule + s
Voorbeeld: I watch television every day. He watches television every day.
Nu aan de gang: het gebeurt nu. Kies to be (am/is/are) + hele werkwoord + ing
Voorbeeld: I am watching television right now. She is playing tennis at the moment.

Voor uitgebreide uitleg ga naar Teams, kanaal Engels, map "bestanden"

timer
30:00

Slide 15 - Slide

Niveau 3:

Slide 16 - Slide

Go to page 14 and 15
*Do task 1,
*Do task 2 (lees de tekst en vul het schema in. Beantwoord daarna de vragen)
*Do task 5
*Do task 6
*Over 20 minuten kijken we samen na, zorg dat je je antwoorden bij de hand hebt! 
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Studiemeter
Ga naar studiemeter.nl / ga naar First Aid Course English
Maak: tegenwoordige tijd & nu aan de gang A2 + B1
Tijd over? Maak oefeningen vorige les af (tegenwoordige tijd/aanwijswoorden)

Uitleg:
Tegenwoordige tijd: feiten, gewoontes & routines. Hele werkwoord, alleen bij SHIT rule + s
Voorbeeld: I watch television every day. He watches television every day.
Nu aan de gang: het gebeurt nu. Kies to be (am/is/are) + hele werkwoord + ing
Voorbeeld: I am watching television right now. She is playing tennis at the moment.

Voor uitgebreide uitleg ga naar Teams, kanaal Engels, map "bestanden"


timer
25:00

Slide 18 - Slide