Specifieke zorgbehoeften

Het zieke kind (deel 2)
Specifieke zorgbehoeften
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EHBOHoger onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Het zieke kind (deel 2)
Specifieke zorgbehoeften

Slide 1 - Slide

Welke stelling is correct?
A
Peuters die leren lopen, dragen best al schoenen.
B
Voor stappers koop je best schoenen met een flexibele zool.
C
Schoenen op de groei kopen, kan geen kwaad.
D
Schoenen moet aan de hiel ondersteunen om verzwikking te voorkomen.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Pavlik bandage
(Behandeling tot leeftijd van 6 maanden)
23u per dag dragen
Visserapparaat
6 - 12 maanden

Slide 6 - Slide

Welke stelling is fout?
A
Heupdysplasie komt meer voor bij meisjes dan jongens.
B
Door het dragen van zo'n tuigjes kan je smetplekken krijgen.
C
Na het dragen van de tuigjes halen de kinderen hun motorische achterstand in.
D
Kinderen hebben pijn door de heupdysplasie.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Wat kan je doen om een afgeplat hoofd te voorkomen?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

RSV virus:
Welke stelling is fout?
A
Dit virus komt voor tussen begin oktober en eind maart, met piekmomenten rond half december.
B
Eenmaal RSV doorgemaakt, heeft een kind levenslange immuniteit opgebouwd.
C
Preventie bestaat uit handhygiëne, papieren tissues gebruiken en mond/neus afschermen bij niezen.
D
Een RSV infectie kan evolueren naar een longontsteking.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Waar komt gluten nog in voor, behalve voedsel?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Hoe lang mag een baby volgens jullie in een maxicosi liggen?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Link

Voorbereiding volgende les:
  • 13/12: NAMIDDAG 12.30 - 14.30u: EHBO (zie tegel EHBO!!)

  • 20/12: Voorlaatste les Zorg BP:
  1. Breng je activiteiten mee naar de les.
  2. Vertel aan de andere cursisten wat je juist gedaan hebt met de kinderen in de opvang. Hoe is de activiteit verlopen? Wat was je doelstelling? (Wat wou je bereiken met de kinderen?)

Slide 21 - Slide