SO 1.1 t/m 2.2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1a. Een verschil tussen werk en hobby is dat werk betaald is en een hobby meestal onbetaald. Welke twee verschillen zijn er nog meer?

Slide 3 - Open question

1b. Geef de betekenis van het begrip 'werk':

Slide 4 - Open question

2a. Noem drie capaciteiten die je nodig hebt voor het beroep taxichauffeur.

Slide 5 - Open question

2b. Geef de betekenis van het begrip 'capaciteiten':

Slide 6 - Open question

3a. Noem drie vragen die je zou kunnen stellen om achter de arbeidsinhoud te komen.

Slide 7 - Open question

3b. Geef de betekenis van het begrip 'arbeidsinhoud':

Slide 8 - Open question

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een voordeel van witwerk

Slide 9 - Open question

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een nadeel van witwerk

Slide 10 - Open question

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een voordeel van zwartwerk

Slide 11 - Open question

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een nadeel van zwartwerk

Slide 12 - Open question

4b. Geef de betekenis van het begrip 'zwartwerk':

Slide 13 - Open question

5. Waarom willen de meeste mensen werken?

Gebruik in je antwoord ten minste twee basisbehoeften van Maslow.

Slide 14 - Open question

6a. Wat zijn de arbeidsomstandigheden van een nagelstyliste? Noem tenminste drie dingen.

Slide 15 - Open question

6b. Geef de betekenis van het begrip 'arbeidsomstandigheden':

Slide 16 - Open question

7a. In welke drie onderdelen is de Arbowet verdeeld?

Slide 17 - Open question

7b. Geef de betekenis van het begrip 'Arbowet':

Slide 18 - Open question

8a. Wat staat er in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO)?

Slide 19 - Open question

8b. Geef de betekenis van het begrip 'CAO':
(Let op je: hoeft niet uit te leggen waar de letters voor staan.)

Slide 20 - Open question

9. Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Slide 21 - Open question

10. Op welke twee manieren kan een arbeidsovereenkomst worden beëindigd? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide