This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
¡Repasamos!
Slide 1 - Slide
Contesta en español: ¿Qué estás haciendo?
Slide 2 - Open question
Contesta en español: ¿Qué tiempo hace hoy?
Slide 3 - Open question
Contesta en español: ¿Qué vas a hacer el fin de semana?
Slide 4 - Open question
Hoe vertaal je "moverse" naar het Nederlands?
Slide 5 - Open question
Hoe vertaal je "de training" naar het Spaans?
Slide 6 - Open question
Hoe vertaal je "het is koud" naar het Spaans?
Slide 7 - Open question
Hoe vertaal je "het is mistig" naar het Spaans?
Slide 8 - Open question
El gerundio
Geef met "el gerundio" aan wat de mensen op de plaatjes aan het doen zijn.
Vb: "Él está escuchando música."
Slide 9 - Slide
tocar el saxofón, Juan
Slide 10 - Open question
discutir, ellos
Slide 11 - Open question
dormir, el abuelo
Slide 12 - Open question
escribir una carta, ella
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm in van het werkwoord gustar: "A nosotros ..... ............... el fútbol"
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm in van het werkwoord gustar: "¿A usted ....... ............ las revistas de música?"
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm in van het werkwoord gustar: "A ellos ...... ........... ir a bailar."
Slide 16 - Open question
Vertaal de zin naar het Spaans: "Ik vind Spaans helemaal niet leuk"
Slide 17 - Open question
Vertaal de zin naar het Spaans: " Ik fiets elke dag"
Slide 18 - Open question
Vertaal de zin naar het Spaans: "Wat ga je maandag doen?"
Slide 19 - Open question
Vertaal de zin naar het Spaans: " Het is heel warm".
Slide 20 - Open question
Está
Hay
Hace
nublado
granizando
viento
mucho frío
nevando
sol
buen tiempo
soleado
bastante calor
tormentas
niebla
Slide 21 - Drag question
¿Qué tiempo hace hoy en el norte de Portugal?
Slide 22 - Open question
¿Qué tiempo hace hoy en el sur de Francia?
Slide 23 - Open question
Lijdenvoorwerp (Complemento directo):
Quiero ese libro
A
las quiero
B
los quiero
C
la quiero
D
lo quiero
Slide 24 - Quiz
Lijdenvoorwerp (Complemento directo):
María, ¿me llamas mañana a las 10?
A
Sí, yo me llama .
B
Sí, yo lo llamo.
C
Sí, yo te llamo.
D
Sí, yo os llamo.
Slide 25 - Quiz
Lijdenvoorwerp (Complemento directo):
¿ Preparas la comida para la fiesta de cumpleaños?
A
Sí, yo las preparo.
B
Sí, yo lo preparo.
C
Sí, yo te preparo.
D
Sí, yo la preparo.
Slide 26 - Quiz
Lijdenvoorwerp (Complemento directo):
"Tengo las notas del examen de español"
A
la tengo
B
os tengo
C
las tengo
D
lo tengo
Slide 27 - Quiz
Lijdenvoorwerp (Complemento directo):
"Estoy estudiando la gramática de la unidad 1 para el examen. "
A
Lo estoy estudiando
B
Me estoy estudiando
C
La estoy estudiando
D
Estoy la estudiando
Slide 28 - Quiz
Vervang het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:
"El profesor entrega unas copias."
Slide 29 - Open question
Vervang het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:
"Voy a leer ese libro de Historia."
Slide 30 - Open question
Vervang het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:
"Estamos haciendo los deberes de español.
Slide 31 - Open question
Ser/Estar: Mis padres..............de Madrid.
Slide 32 - Open question
Ser/Estar: Juan y yo............... muy contentos hoy.
Slide 33 - Open question
Ser/Estar: ¿Qué hora.......?
Slide 34 - Open question
Ser/Estar: ¿..............(vosotros) en casa de Miguel?
Slide 35 - Open question
Verplichte opdrachten:
Unidad 2 TB. Reflexión y Evaluación
Si terminas/Als je klaar bent?
Inhaal werk van U1 en U2
Leren voor de Toetsweek
Slide 36 - Slide
¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien :):)
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(
Slide 37 - Quiz
1. Wat heb je geleerd in deze les?Had je meer kunnen leren?Hoe kun je ervoor zorgen dat je meer opsteekt? 2. Wat ging goed?Wat kan beter?Hoe ga je dat aanpakken?
Slide 38 - Open question
Deberes (Huiswerk)
Leren woorden unidad 1 en frases claves unidad 1
Leren woorden unidad 2 en frases claves unidad 2
3. Maken:
Unidad 2. TB Actividades reflexión y evaluación
(in Blink, in het boek dat gedeeld is met de klas!)