eer oor eur gr 3-4

eer oor eur
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

eer oor eur

Slide 1 - Slide

ik leer -eer, -oor, -eur

Slide 2 - Slide

woorden lezen met
              -eer
              -oor
              -eur

Slide 3 - Slide

Paars, geel, blauw. Dit is een ..............
A
kleur
B
kleir
C
kleer
D
klur

Slide 4 - Quiz


Ik ruik een lekkere ..............
A
gur
B
geer
C
geur
D
gir

Slide 5 - Quiz

Zon of wolken.
Welk ....... is het vandaag?
A
weur
B
veer
C
wir
D
weer

Slide 6 - Quiz


Dit is mijn knuffel. Het is een .........
A
bir
B
bur
C
deer
D
beer

Slide 7 - Quiz


A
boor
B
beer
C
bor
D
beur

Slide 8 - Quiz

woorden schrijven met 
              -eer 
              -oor
              -eur 

Slide 9 - Slide

Mama, deze bloem is .................. jou.

Slide 10 - Open question

Ik gooi met een ..................

Slide 11 - Open question

....... eens niet zo!

Slide 12 - Open question

......... jij het goed met je oren?

Slide 13 - Open question

Wat vind jij van deze ..............?

Slide 14 - Open question

Dit zijn ............

Slide 15 - Open question

Het meisje gaat
......... de hoepel.

Slide 16 - Open question

Mijn zusje wordt vandaag 6 .................

Slide 17 - Open question

Help, daar ......... ik van.

Slide 18 - Open question

AU, ik ben gevallen. Mijn knie doet .........

Slide 19 - Open question

....... jij het water even in?

Slide 20 - Open question

Deze boom heet een ...............

Slide 21 - Open question

Deze leeuw .......... hard.

Slide 22 - Open question

De kleuters gaat altijd in de ..............

Slide 23 - Open question

Je bent klaar
Goed zo!

Slide 24 - Slide