Spelling gr.4 nk,ng,eer, ei,ij herhaling

Spelling 
  • -nk van bank 
  • -ng van tong 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 
  • -nk van bank 
  • -ng van tong 

Slide 1 - Slide

Spelling 
  • -eer van beer 
  • -oor van oor 
  • -eur van deur 

Slide 2 - Slide

Spelling 
  • ei van trein 
  • ij van ijs 

Slide 3 - Slide

Moet de schroef in de muur
of in de ...... ?
A
plangk
B
plang
C
plank
D
plan

Slide 4 - Quiz

Kom binnen, ga lekker zitten op de ...

Slide 5 - Open question

Wij ...... een lied voor onze ouders.

Slide 6 - Open question

Je ruikt niet lekker.
Het ........
A
stink
B
sting
C
stingkt
D
stinkt

Slide 7 - Quiz

Geen jongen, maar een ...........

Slide 8 - Open question

Hoe heet dit dier?

Slide 9 - Open question

Ik ga niet met de auto, maar met de ...

Slide 10 - Open question

Ik maak de vloer schoon met een ...
A
doek
B
dweil
C
bezem
D
dwijl

Slide 11 - Quiz

Hoe oud ben ik?
Het woord schrijven.

Slide 12 - Open question

De koning woont in een ........

Slide 13 - Open question

Niet de achterkant, maar de .........
A
voorkant
B
vorkant
C
achterkant
D
voor

Slide 14 - Quiz

De trein rijdt op het ............

Slide 15 - Open question

Rood is een mooie
.......

Slide 16 - Open question

Wat je ruikt met je neus.....

Slide 17 - Open question

Geen meisje, maar een ....

Slide 18 - Open question

Het is mooi weer, de zon ...........

Slide 19 - Open question

Deze les is klaar.
Dit is het ......

Slide 20 - Open question


Doe jij het ... dicht?
A
gordijn
B
godijn
C
gordein
D
chordijn

Slide 21 - Quiz

Gewonnen! Ik heb de eerste ....
A
preis
B
pijs
C
prijs
D
pijst

Slide 22 - Quiz

We doen om en om. Dat heet om de ....
A
om
B
allebei
C
burt
D
beurt

Slide 23 - Quiz

De juf kijkt heel
......
A
lief
B
steng
C
stren
D
streng

Slide 24 - Quiz

Ik ben niet bang voor de ...

Slide 25 - Open question

Mijn kleinste vinger heet de .....

Slide 26 - Open question

Ik heb alle vragen gemaakt.
Deze les is ...

Slide 27 - Open question

Hoe vond je deze woorden?
A
Moeilijk
B
Makkelijk

Slide 28 - Quiz