This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aansturing van de spieren
Spieren worden aangestuurd door motorische zenuwen - Komen uit het ruggenmerg en zijn via het ruggenmerg verbonden met de hersenen
Delen van hersenen beschadigd → verlamming
Paralyse = een spier kan niet meer bewust bewogen worden (verwarring)
Parese = spier kan nog wel bewust bewogen worden, maar er zit geen kracht meer in
Slide 3 - Slide
Atrofie en hypertrofie
Spieratrofie = spier wordt onvoldoende gebruikt, hij wordt dunner - Oorzaak: bedrust, ingipsen, uitval motorische zenuw
Spierhypertrofie = Dikker worden van de spier door training - Bodybuilders veranderen uiterlijk door spiermassa doen toenemen - Ook door hormonen (mannelijke geslachtshormonen) neemt de spiermassa toe
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is de functie van de hersenschedel?
A
Maakt beweging mogelijk
B
Biedt bescherming
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
(Abnormale) kromming van de wervelkolom naar voren.
Kromming van de wervelkolom met de bolle kant naar voren.
Hier bevindt zich het wervelkanaal.
Lordose
Kyfose
Wervelkolom
Slide 10 - Drag question
Scoliose
Een zijwaartse verkromming van de wervelkolom.
Het volgende kun je aan je rug zien: je rug is niet recht, je schouders en schouderbladen staan niet op gelijke hoogte en de taille is links en rechts niet gelijk van vorm.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Het sleutelbeen verbindt het schouderblad met het borstbeen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Hoe heet het kraakbeen dat beide schaambeenderen verbindt?