H6 herhalen, niveau basis

Vergroten en verkleinen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vergroten en verkleinen

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les kan/ weet jij:
  •  omreken lengtematen en oppervlakte maten
  •  de formule van de vergrotingsfactor
  •  rekenen met schaal in een kaart
  • rekenen met schaal en model

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voorkennis 

Slide 4 - Slide

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km
A
0,5 km
B
5 km
C
50 km
D
500 km

Slide 5 - Quiz

Lengtematen omrekenen
86 m = ..... mm
A
86 mm
B
8 600 mm
C
8,6 mm
D
86 000 mm

Slide 6 - Quiz

Lengtematen omrekenen
800 m = ..... cm
A
8000 cm
B
800000 cm
C
80000 cm
D
800 cm

Slide 7 - Quiz

Lengtematen omrekenen
12 km = ..... m
A
12 m
B
1200 m
C
12000 m
D
120 m

Slide 8 - Quiz

Lengtematen omrekenen
10 km = ..... m
A
10 m
B
1000000 m
C
100 m
D
10000 m

Slide 9 - Quiz

8,2 km = ... m

Slide 10 - Open question


250 dm2  ............ m2

Slide 11 - Open question

Origineel en Beeld

Slide 12 - Slide

Vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Mag alleen als het gelijkvormig is.

Slide 13 - Slide

Vergroting figuren
2cm                         4cm
4cm




8cm




Hoe veel keer groter is de rechter rechthoek?

Slide 14 - Slide

Vergroting figuren
2cm                         4cm
4cm




8cm




4 : 2 = 2 keer 

Slide 15 - Slide

Vergroting figuren
2cm                         4cm
4cm




8cm




4 : 2 = 2 keer 
8 : 4 = 2 keer

Slide 16 - Slide

Vergroting figuren
2cm                         4cm
4cm




8cm




De vergrotingsfactor is 2 

Slide 17 - Slide

Bij een vergrotingsfactor 3 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 18 - Quiz

Bij een vergrotingsfactor 0,7 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 19 - Quiz

Bij een vergrotingsfactor 5,1 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 20 - Quiz

Bij een vergrotingsfactor 0,8 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 21 - Quiz

Wat is de formule om de vergrotingsfactor te berekenen?

Slide 22 - Open question

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 23 - Open question

Verkleinen voorbeeld
Figuur A'B'C' is een verkleining
van figuur ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.
  1. AC = 3 cm
  2. A'C'= 1,5 cm
  3. vergrotingsfactor = 1,5 : 3 = 0,5

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 26 - Open question

Opdracht 50 
Naomi maakt een wandeling in Groenlo.
Ze gebruikt de wandelkaart op blz 72 van je boek.

De vergrotingsfactor die bij deze kaart hoort is 7000.

Dat betekent dat in het echt de afstand 7000 keer zo groot is.

Hoeveel cm is het op kaart van 1 naar 2?

Slide 27 - Slide

De schaal is 1:500.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
500
B
0,05
C
250
D
50

Slide 28 - Quiz

schaal 1 : 120
schaal 1 : 2500
schaal 1 : 10000

Slide 29 - Drag question

De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoeveel meter is de auto in het echt als deze auto 4 cm op schaal is?
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter

Slide 30 - Quiz

Hoe groot is de auto in werkelijkheid?
De schaal is 1:10
A
440 cm
B
44 cm
C
440 m
D
44 m

Slide 31 - Quiz

Hiernaast zie je een
schaalmodel van auto. Het model is 25 cm lang en de schaal is 1:18. Hoe lang is de auto in het echt volgens deze schaal?
A
4 m
B
4,3 m
C
4,5 m
D
4,7 m

Slide 32 - Quiz

De schaal is 1:400.
In werkelijkheid is het 800 cm. Hoe groot is het schaalmodel?
A
800:400=2cm
B
400x800=32000cm
C
400:800=0,5cm
D
800-400=400cm

Slide 33 - Quiz