Onderwerp en Hoofdgedachte

Deze les
Hoofdgedachte en Onderwerp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Deze les
Hoofdgedachte en Onderwerp

Slide 1 - Slide

Taalblokken 02
"Onderwerp en hoofdgedachte"

Slide 2 - Slide

Lesdoel 


Je kunt beschrijven hoe je het onderwerp en de hoofdgedachte vindt.

Je kunt het verschil uitleggen tussen het onderwerp en de hoofdgedachte

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 3 - Slide

ONDERWERP
Een tekst of een verhaal gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.
Lees de tekst eerst oriënterend 
en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 4 - Slide

DEELONDERWERPEN
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 5 - Slide

HOE VIND JE DE HOOFDGEDACHTE?


De hoofdgedachte staat MEESTAL in de inleiding of het slot.

Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen (je leest de tekst goed van de eerste zin tot en met de laatste zin).

Slide 6 - Slide

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 7 - Quiz

Een hoofdgedachte is
A
het onderwerp
B
de titel
C
het belangrijkste van de tekst in 1 zin.

Slide 8 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 9 - Quiz

Hoofdgedachte en onderwerp zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een verschil tussen een hoofdgedachte en onderwerp?(meerdere antwoorden mogelijk)
A
De hoofdgedachte zegt waar de tekst over gaat.
B
Het onderwerp is één woord of enkele woorden.
C
De hoofdgedachte is één lange zin.

Slide 11 - Quiz

In de inleiding worden vaak de hoofdgedachte, het onderwerp en de deelonderwerpen aangekondigd.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Aan het werk
Taalblokken Bouwstenen 3F
H2 

Slide 13 - Slide