EXAMENTRAINING deel 1

Examentraining 
Analyse maatschappelijk Vraagstuk
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examentraining 
Analyse maatschappelijk Vraagstuk

Slide 1 - Slide

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:


1. Je kan aangeven waarom er sprake is van een maatschappelijk vraagstuk. (vier kenmerken)

2. Je kan herkennen/ toepassen welke politiek-juridische, sociaaleconomische, sociaal culturele en veranderings- en vergelijkende invalshoeken/ aspecten aan het vraagstuk verbonden zijn.
3. Je kan noemen/ herkennen welke waarden en normen, (tegengestelde) belangen de bij het vraagstuk betrokken groeperingen of instellingen hebben en welke machtsmiddelen zij hebben om voor hun belangen op te komen.
4. Je kan aangeven welke relatie er bestaat tussen de belangen van de betrokken groeperingen/ burgers en hun maatschappelijke positie.


Slide 2 - Slide

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:


1. Je kan aangeven waarom er sprake is van een maatschappelijk vraagstuk. (vier kenmerken)

2. Je kan herkennen/ toepassen welke politiek-juridische, sociaaleconomische, sociaal culturele en veranderings- en vergelijkende invalshoeken/ aspecten aan het vraagstuk verbonden zijn.
3. Je kan noemen/ herkennen welke waarden en normen, (tegengestelde) belangen de bij het vraagstuk betrokken groeperingen of instellingen hebben en welke machtsmiddelen zij hebben om voor hun belangen op te komen.
4. Je kan aangeven welke relatie er bestaat tussen de belangen van de betrokken groeperingen/ burgers en hun maatschappelijke positie.


Slide 3 - Slide

5. Je kan de rol onderscheiden van burgers, belangenorganisaties, politieke partijen, de media, regering, parlement/ college van B en W en gemeenteraad, ambtenaren en de EU in het tot stand komen van overheidsbeleid.
6. Je kan opvattingen van politieke stromingen en/of politieke partijen over dit vraagstuk noemen/ herkennen.
7. Je kan beschrijven welke rol media vervullen ten aanzien van het vraagstuk.

8. Je kan met voorbeelden uit informatiebronnen over het vraagstuk verduidelijken welke beeldvorming, waarden, normen, vooroordelen en stereotypen overgedragen worden met gebruikmaking van de begrippen selectie, selectieve waarneming en referentiekader.



Slide 4 - Slide

9. Je kan verschillende (vormen van) berichtgeving/ informatiebronnen vergelijken met betrekking tot de vraag of deze meer of minder objectief (zijn) of meer of minder betrouwbaar is.

 
10. Je kan een van de theorieën over de beïnvloeding van mensen door de media toepassen op gegeven informatiebronnen.

11. Je kan een eigen standpunt ten aanzien van het vraagstuk formuleren en daarbij het eigen standpunt relateren.

Slide 5 - Slide

Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Een leuk leven leiden
B
Gezondheid
C
Veel geld verdienen.
D
Opstaan voor een oud vrouwtje in de bus

Slide 6 - Quiz

Welke invalshoek?
Hoe keek men in het verleden tegen dit probleem aan?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 7 - Quiz

Welke invalshoek?
Wat zijn de financiële belangen van de betrokkenen?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 8 - Quiz

Welke invalshoek?
Wat heeft de overheid tot nu toe aan het probleem gedaan?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 9 - Quiz

Welke invalshoek?
Welke wetten gaan er over dit maatschappelijke vraagstuk?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 10 - Quiz

Welke invalshoek?
Wat is de maatschappelijke positie van de betrokken groepen
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 11 - Quiz

Welke invalshoek?
Er is een conflict tussen de vakbonden en de werkgevers over de salarissen in de zorg.
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 12 - Quiz

Welke invalshoek?
In Duitsland zijn op dit moment al 1, 5 miljoen mensen ingeënt met het corona-vaccin. In Nederland 164.000.
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 13 - Quiz

Welke invalshoek?
Facebook verwijdert de foto's van zwarte piet van mensen hun account.
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 14 - Quiz

Welke invalshoek?
Welke mening heeft de PVV over de inenting tegen het corona virus?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 15 - Quiz

Welke invalshoek?
Er worden strenge straffen geëist tegen de relschoppers tijdens de eerste avondklok-rellen
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 16 - Quiz

Welke invalshoek?
Hoe gaat men in Duitsland om met de schoolsluitingen?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 17 - Quiz

Welke invalshoek?
Hoe pakte de overheid de Spaanse griep aan in 1919/1920?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 18 - Quiz

Welke invalshoek?
Wat is de rol van de media bij de meningsvorming over wel of niet inenten?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 19 - Quiz

Analyse maatschappelijk Vraagstuk
Tekst 1                                              Vraag 1 en 2

Slide 20 - Slide

Analyse maatschappelijk Vraagstuk
Tekst 1                                              Vraag 3

Slide 21 - Slide