MV / MP

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een maatschappelijk probleem:
Voldoet aan 4 kenmerken:
1. Veel mensen hebben last van het probleem.
2. Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
3. Het probleem krijgt veel aandacht in de media.
4. De politiek moet zich met het probleem bemoeien

Slide 2 - Slide

Strikte definitie:
• Er moet sprake zijn van een situatie die veel mensen onwenselijk vinden; die veel
mensen in strijd vinden met bepaalde waarden en/of normen.
• Er bestaan verschillende meningen over de oplossing van het probleem; betrokken
burgers/groeperingen hebben verschillende waarden, normen en belangen.
• De oplossingen van een maatschappelijk vraagstuk kunnen gedaan worden door
acties of maatregelen van maatschappelijke organisaties of door gezamenlijk
optreden van burgers. Het probleem kan ook worden aangepakt door de overheid.
• Het vraagstuk krijgt de aandacht van de media en het krijgt daardoor de aandacht
van de publieke opinie en de overheid. Een groep mensen of organisatie brengt het
vraagstuk onder de aandacht van de media.

Slide 3 - Slide

Noem zoveel mogelijke maatschappelijke vraagstukken

Slide 4 - Mind map

Checklist:
Kies een vraagstuk uit en check of het een maatschappelijk vraagstuk is. 

Doe het zo:
  1. Het is een sociaal probleem, want:

  2. Er zijn veel verschillende meningen over, want: 
  3. Het krijgt veel aandacht in de media, want:
  4. De politiek bedenkt oplossingen, zoals: 

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Invalshoeken:
  • Manieren of benaderingswijzen om naar een maatschappelijk probleem te kijen.

  • Probleem doorgronden:
​oorzaken en gevolgen ontdekken.

  • Er zijn vier invalshoeken​.

Slide 6 - Slide

Politiek-juridisch:
Begrippen:
Actie- en pressiegroepen, algemeen belang, belangengroepen, dictatuur, parlementaire democratie, democratisering, gezag, grondrechten, grondwet, lobby, macht, machtsmiddelen, machtsverhouding, overheid, overheidsbeleid, politieke agenda, politieke grondrechten, vrijheidsrechten, politieke partijen politieke stromingen, rechtsstaat, regels en wetten & verzorgingsstaat. 

Slide 7 - Slide

-Politiek-juridisch:
Voorbeeld vragen:
- Welk beleid en welke regelgeving bestaat er?
- Zijn er regels nodig om het probleem op te lossen?
- Wat zijn de politieke aspecten van dit probleem?
- Wat zijn de machtsmiddelen van de overheid en de verschillende maatschappelijke groeperingen?
- Wie/welke groeperingen heeft er ten aanzien van het probleem meer macht dan een ander/ andere groepering?
- Welke functie van politieke partijen vervullen politieke partijen bij de aanpak van het vraagstuk?
- Welke mogelijkheden hebben de groeperingen om het beleid te beinvloeden?

Slide 8 - Slide

Sociaal-economisch:
Voorbeeld vragen:
- Welke financieel-economische belangen of financiële aspecten zijn bij het probleem betrokken? 
- Wat zijn de belangen van de betrokken maatschappelijke groepen?
- Welke belangentegenstellingen liggen ten grondslag aan conflicten tussen belangenorganisaties?
- Wat is de maatschappelijke positie van betrokken groeperingen?
- Welke factoren bepalen de positie van bepaalde groepen op de arbeidsmarkt en/of in de samenleving?
- Wat is de relatie tussen belangen en de maatschappelijke positie?
- Wat is de relatie tussen het vraagstuk en maatschappelijke ongelijkheid?

Slide 9 - Slide

Sociaal-economisch:
Begrippen:
Arbeidsverhoudingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, belasting, belastingstelsel, belangenorganisaties, commercialisering, commerciële belangen, functies van arbeid, sociale ongelijkheid, arbeidsverdeling, sociale mobiliteit, maatschappelijke positie, maatschappelijke ladder, marktmechanisme, verzorgingsstaat. 

Slide 10 - Slide

Sociaal-cultureel:
Voorbeeld vragen:
- Wat zijn de opvattingen, waarden, normen van de betrokken maatschappelijke groepen over de aard van het maatschappelijke probleem of oplossingen?
- Welke opvattingen hebben politieke partijen en stromingen?
- Wat is de rol van de (sub)culturen van groeperingen en de samenleving?
- Wat is de rol van de media bij het ontstaat van meningen en bij het ontstaan van de beeldvorming?

Slide 11 - Slide

Sociaal-cultureel:
Begrippen:
Beeldvorming, cencuur, dominante cultuur, subcultuur, integratie, identiteit, manipulatie, massamedia, massacommunicatie, mensenrechten, grondrechten, multiculturele samenleving, waarden, normen, objectiviteit, referentiekader, selectieprocessen media, socialisatie, socialisatoren, stereotypering, subjectiviteit, vooroordeel.

Slide 12 - Slide

Veranderings- en vergelijkend:
Voorbeeldvragen:
- Hoe keek men in het verleden tegen het probleem aan? Welke sociale, culturele, politieke en sociaaleconomische veranderingen zijn van invloed geweest?
- Hoe kijkt met in andere samenlevingen tegen het vraagstuk aan?

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken alle opdrachten van het intro hoofdstuk.

Slide 14 - Slide