H2 2 Onrust in de Nederlanden

H2 DE NEDERLANDSE OPSTAND
2.2 Onrust in de Nederlanden 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 DE NEDERLANDSE OPSTAND
2.2 Onrust in de Nederlanden 

Slide 1 - Slide

Welk tijdvak behandelen we nu?

Slide 2 - Drag question

Welke 'onrust' hebben we de vorige les besproken?
A
De onrust in Duitsland, waardoor Luther uiteindelijk paus werd.
B
De onrust in de Nederlanden, waardoor de Spanjaarden ze makkelijke konden veroveren.
C
De onrust in Amerika, waardoor de Spanjaarden uiteindelijk de Inca's verslaan.
D
De onrust in de kerk, waardoor de kerk uiteindelijk splitste.

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen 
Je kan uitleggen waardoor er in de Nederlanden in de 16de eeuw grote onrust ontstond
  • Je moet hierin de verandering van het bestuur beschrijven
  • Je moet hierin de rol van de hervorming beschrijven

Slide 4 - Slide

beschrijven hoe de NLen in de middeleeuwen bestuurd werden
  • Nederland was niet één land.

  • Het bestond uit 17 Gewesten

  • Elk met eigen bestuur, rechtspraak en regels.

Slide 5 - Slide

Particularisme 
Het streven van steden en gewesten om zo onafhankelijk mogelijk te zijn.
  • Eigen bestuur
  • Eigen wetten en regels
  • Eigen rechtspraak

Centralisme
Het streven de vorst om voor een groot van zijn gebied één centraal bestuur en rechtspraak op te zetten.
  • Hoofdstad Brussel
  • Rechtbank Mechelen

Slide 6 - Slide

Uitleg
Maak een woordweb bij het centale begrip. Schrijf minimaal 5 termen/ begrippen op die kenmerkend zijn voor het centrale begrip. 

Kies ook een van de volgende begrippen: politiek, sociaal, cultureel, economisch.
Maak een woordweb bij
Particularisme

Slide 7 - Mind map

Leg in je eigen woorden uit wat particularisme is

Slide 8 - Open question

Uitleg
Maak een woordweb bij het centale begrip. Schrijf minimaal 5 termen/ begrippen op die kenmerkend zijn voor het centrale begrip. 

Kies ook een van de volgende begrippen: politiek, sociaal, cultureel, economisch.
Maak een woordweb bij
Centralisme

Slide 9 - Mind map

Leg in je eigen woorden uit wat centralisatie is

Slide 10 - Open question