1.4 Elektriciteit en veiligheid

1.4 Elektriciteit en veiligheid
Lesdoelen:
Gevaren van elektriciteit noemen.
Uitleggen wat lichaams-en contactweerstand is.
Uitleggen wat het veschil tussen enkele en dubbele isolatie is.
Veiligheidmaatregelen in huis uitleggen; zekering, randaarde, aardlekschakelaar
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4 Elektriciteit en veiligheid
Lesdoelen:
Gevaren van elektriciteit noemen.
Uitleggen wat lichaams-en contactweerstand is.
Uitleggen wat het veschil tussen enkele en dubbele isolatie is.
Veiligheidmaatregelen in huis uitleggen; zekering, randaarde, aardlekschakelaar

Slide 1 - Slide

Voorkennis
 Heb jij al eens een schok gehad door elektriciteit ?

Slide 2 - Slide

Gevaren elektriciteit
1) Brand bij kortsluiting of 
overbelasting.
2) Schok.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Soorten weerstand
Lichaamsweerstand: de totale weerstand van je lichaam
(groot met rubber zolen)

Contactweerstand; de weerstand waar de stroom het lichaam in gaat. (klein bij natte huid)

Slide 5 - Slide

enkele/dubbele isolatie
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.

Slide 6 - Slide

Zekeringen
Groepszekering: deze springt boven 
de 16 A om brand door oververhitting 
te voorkomen.

Installatieautomaat: een 
elektronische zekering.

Slide 7 - Slide

Dubbele isolatie
KEMA 
keur

Slide 8 - Slide

Aardlekschakelaar; springt bij een lekstroom van 30 mA en voorkomt schokken.

Slide 9 - Slide

Aardlekschakelaar
Deze vergelijkt de stroom tussen de fase en nul. Is deze groter dan 30 mA, dan springt de aardlekschakelaar.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Randaarde
Een geel/groene draad die via de metalen buitenkant van een apparaat via het snoer naar de rand van het stopcontact gaat.

De randaarde voorkomt stromen door je lichaam.
 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Belang lesdoelen
Minder kans op elektrocutie.
Weten wat je moet doen als er overbelasting of kortsluiting is geweest.

Slide 14 - Slide

In de keuken van Peters flat staan drie elektrische apparaten aan: de wasmachine, de elektrische oven en de koelkast. Op het moment dat Peter ook nog zijn waterkoker aanzet, valt opeens de elektriciteit uit.

a. Noteer twee mogelijke oorzaken voor het uitvallen van de elektriciteit.

De televisie in Peters huiskamer staat nog wel aan.
b. Hoe kan het dat daar de elektriciteit niet uitgevallen is?

Slide 15 - Slide

Leg uit of de zekering spring, de aardlekschakelaar of niks gebeurt.

1. Bé probeert drie apparaten (samen 4,2 kW) op één groep te laten werken.  

2. Elise krijgt onverwacht een schok als ze een kapotte waterkoker aanraakt.

3. Door loszittende bedrading is er kortsluiting ontstaan in Gemma's televisie.

Slide 16 - Slide

Leg uit of de zekering spring, de aardlekschakelaar of niks gebeurt.

4. Ingrid raakt met haar hand de randaarde van een geaard stopcontact aan.

5. Jesse laat de (werkende) föhn in het bad vallen dat nog vol met water zit.

Slide 17 - Slide

 Bespreek met je buur: 

Wanneer de zekering springt.

Wanneer de aardlekschakelaar schakelaar springt.

Waarom bij de spanningszoeker in het stopcontact de aardlekschakelaar niet spring.

Slide 18 - Slide

Als je een draad beetpakt waar een spanning van 230 V op staat, krijg je een stevige schok. Van schrik kunnen je handen dan nat van het zweet worden.

a. Hoe verandert de contactweerstand van je lichaam door het zweet?

b. Wat gebeurt er daardoor met de stroomsterkte door het lichaam?

Slide 19 - Slide