Palliatieve & terminale zorg (stervensfase en nazorg)

Palliatieve & terminale zorg
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Palliatieve & terminale zorg

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt benoemen hoe passende palliatieve en terminale zorg geboden kan worden.
- De student is op de hoogte van het zorgpad stervensfase en weet wanneer dit gestart moet worden in een zorgverleningssituatie.
-  De student kan in eigen woorden vertellen welke symptomen hij kan waarnemen bij een stervende zorgvrager en welke verpleegkundige interventies hierbij horen.
- Je kunt benoemen welke aandoeningen voor kunnen komen in de terminale fase.
- De student kan in eigen woorden vertellen welke 3 visies er zijn t.a.v. Thema dood/sterven.
- De student kan benoemen welke type mensen stichting STEM onderscheidt t.a.v . sterven/dood
- De student kan benoemen waarom het belangrijk is om deze type zorgvragers te herkennen
- Je kunt benoemen wat een natuurlijke, niet natuurlijke, klinische en of hersendood betekent.




Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Stel jij hebt de PTZ gekregen, waar bevind jij je dan?

Slide 5 - Slide

Dit plaatje vind ik daarom beter

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Het begeleiden van een zorgvrager in de
palliatieve en terminale fase. 
Hoe verleen je de zorg?

Slide 9 - Slide

4 dimensies palliatieve zorg
Jij gaat zorg en begeleiding bieden op alle vlakken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Soorten sterfstijlen 
- De sociale sterfstijl
- De onbevangen sterfstijl 
- De rationele sterfstijl 
- De vertrouwende sterfstijl 
- De proactieve sterfstijl 

Slide 16 - Slide

5 sterfstijlen STEM (Sterven op Eigen Manier)
sociale
onbevangene
rationele
pro actieve
vertrouwde

Slide 17 - Slide

Vertrouwende sterfstijl

Kenmerken:
  • Ze weten wat goed voor mij is!
  • Mensen willen anderen niet tot last zijn, goede verzorging en comfort, niet veeleisend
  • Ze zijn sterk gericht op het gezin, zorgzaam en plichtsgetrouw
  • De dood hoort bij het leven, je hoeft het er niet over te hebben ,maar als het zo ter sprake komt is het ook goed.


Wat is van waarde voor de vertrouwende?

  • Belangrijk is, dat een ieder goed voorbereid kan worden op datgene wat komen gaat.
  • Er is een groot vertrouwen in het beleid van de artsen, berustend

Slide 18 - Slide

Sociale sterfstijl

Kenmerken:
  • Zolang het goed gaat hebben we het er niet over
  • Mensen richten zich vooral op de ander, plaatsen zichzelf, niet op de voorgrond, klagen niet
  • Er is behoefte aan gezelligheid



Wat is van waarde voor de sociale:

  • Niet klagen, maar dragen
  • Het moet gaan zoals het hoort, zodat anderen er zich prettig bij kunnen voelen

Slide 19 - Slide

Rationele sterfstijl

Kenmerken:
  • Als de zaken maar goed geregeld zijn!
  • Mensen hebben als patiënt een grote behoefte aan professionele kennis, bijv. een second opinion
  • Praten zelden over de dood, besluiten worden genomen op basis van feiten en verstand


Wat is van waarde voor de rationele:

  • Alles goed moet geregeld zijn, vooral voor nabestaanden
  • Feitelijke informatie en onderbouwen met argumenten
  • Er lijkt geen behoefte aan spirituele zorg, maar alles is vooral op praktische zaken gericht

Slide 20 - Slide

Proactieve sterfstijl

Kenmerken:
  • Ik bepaal zelf wel wanneer ik eruit stap
  • Mensen willen vooral zelf beslissen over de eindigheid van hun leven.
  • Er is geen taboe om over de dood te praten, eigen regie staat voorop, mondigheid, goed geïnformeerd zijn


Wat is van waarde voor de pro-actieve?

  • Waardig sterven
  • Zo min mogelijk pijn
  • Een zo kort mogelijke lijdensweg

Slide 21 - Slide

Onbevangen sterfstijl

Kenmerken:
  • Genieten tot de laatste slok
  • Genieten van het leven zolang het kan, veel bezoek van vrienden
  • Zelf de grens op zoeken



Wat is van waarde voor de onbevangene:

  • Alles uit het leven halen wat erin zit
  • Korte concrete informatie geven
  • Niet te ver vooruit kijken

Slide 22 - Slide

Stervensfase

Snelle achteruitgang in
conditie en lichamelijk
functioneren,
van een paar dagen enkele uren of momenten.

Hoe dit eruit ziet komen we zo.

Slide 23 - Slide

Zorgpad stervensfase inzetten
  • Vanuit het kwaliteitskader
Doel: De palliatieve zorgverlening vanuit de beleving van de zorgvrager en zijn naaste(n)  te verbeteren. 

* Zorgdossier
* Checklist
* Evaluatie - instrument


Slide 24 - Slide

Zorgpad stervensfase

Slide 25 - Slide

Starten van het zorgpad stervensfase

Slide 26 - Slide

Jij als verpleegkundige, mag ook je tijd nemen voor wat er gebeurt.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

De mens die gaat overlijden

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Moment van overlijden 
Kenmerken van overlijden: Koude neus, handen en voeten.
Ademhaling wordt onregelmatiger , Spits gelaatstrekken, nagels kunnen een grijze kleur krijgen, donkere vlekken op het lichaam ( lijkvlekken) en incontinentie.
Ademhaling is bijna volledig weg.

Waarschuw de naasten (volgens afspraak) en evt collega’s.

Slide 32 - Slide

Patiënt is overleden - De dood
Klinisch dood : als iemand geen waarneembare tekenen van leven (meer) vertoont: met name geen hartslag, geen ademhaling, en geen bewustzijn. 

Biologisch dood: Toestand waarbij ademhaling, bewustzijn en circulatie afwezig zijn en niet meer op gang kunnen worden gebracht. Onder meer in de context van orgaandonatie, als tegenhanger van hersendood, wordt dit ook wel hartdood genoemd.

Hersendood: Toestand van de hersenen waarbij de vitale hersenfuncties zoals bewustzijn en het aansturen van de ademhaling door het ademhalingscentrum door beschadiging op cellulair niveau zijn uitgeschakeld..


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Link

Wat zijn de meest voorkomende ziektebeelden waar mensen aan komen te overlijden?

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Link

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Welke verschijnselen zijn waar te nemen op iemand zijn sterfbed?

Slide 48 - Open question

Euthanasie & Cultuur

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide