1. Koning en Parlement

Koning en Parlement

1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement

1.2 De veranderingen in de grondwet van 1848

1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Koning en Parlement

1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement

1.2 De veranderingen in de grondwet van 1848

1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

Slide 1 - Slide

1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap

  • Einde aan Koninkrijk Frankrijk

  • Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij

  • Een grondwet

Slide 2 - Slide

1795-1801: 
Bataafse Republiek
  • Revolutie o.l.v. de Patriotten: zij willen meer van het volk (...en zijn wel klaar met de Oranjes)

  • De Patriotten krijgen hulp van de Fransen

  • Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland

Slide 3 - Slide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

  • Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Zoon van erfstadhouder Willem V wordt koning Willem I

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg

Slide 4 - Slide

Macht van de koning
In 1815 werd Nederland een monarchie met Willem I als koning

* Monarchie: een land met een vorst die door erfopvolging aan de macht komt.
* Republiek: een land met een 'gekozen' staatshoofd.

Hij liet zijn macht vastleggen in de grondwet (constitutie). Nederland was vanaf 1815 een constitutionele monarchie.

Slide 5 - Slide


De grondwet van 1815 gaf de koning erg veel macht!

  • Ministers waren dienaren van de koning.


  • Leden van de Tweede Kamer werden gekozen door bestuurders van de provincie.


  • Leden van de Eerste Kamer werden benoemd door de koning.










Slide 6 - Slide

1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken:
  • Nederlands officiële taal

  • Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek

  • Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders

  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 7 - Slide


Gevolgen



  • 1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
  • 1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
  • 1840: Willem I treedt af

Slide 8 - Slide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 9 - Slide

Een nieuwe grondwet
  • Koning Willem I komt in 1815 naar  Nederland
  • In 1848 breken overal in Europa revoluties uit
  • Mensen willen geen koningen (monarchie), maar een gekozen president (republiek).
  • De liberalen in NL gaan met koning Willem II praten

Slide 10 - Slide

Wat wilden de Liberalen bereiken?  
  • Iedereen kreeg dezelfde Grondrechten
  • De koning werd ondschendbaar, er was nu ministeriele verantwoordelijkheid
  • Rechtstreekse verkiezing tweede kamer
  • Eerste kamer werd indirect gekozen



Slide 11 - Slide

De Grondwet van 1848 maakte van Nederland een Parlementaire Democratie

Slide 12 - Slide

Luxemburgse Kwestie 1867
  • Willem III was ook nog groothertog van Luxemburg. Luxemburg was onderdeel van de Duitse Bond (en dus niet van NL!!)
  • WIllem III wilde Luxemburg verkopen, zodat de Duitse Bond minder sterk zou zijn. Duitsland hoort dit en wil oorlog. Conclusie: Luxemburg onafhankelijk.

Slide 13 - Slide

Koning en ministers hebben parlement niet verteld van plannen. Parlement boos en eist aftreden van de ministers.


Ministers doen dit niet. Krijgen geen toestemming om geld uit te geven en stappen uiteindelijk toch op.



  • Het is nu duidelijk dat het parlement echt de baas is in Nederland

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link