Grammatica - zinsdelen/woordsoorten H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

• 15 minuten lezen
• Wat hebben we maandag behandeld?
• Grammatica herhaling vorig jaar
• Oefenen
• Grammatica zinsdelen - voorzetselvoorwerp
• Oefenen
• Eventueel extra uitleg voor wie wil
• Huiswerk maken 

Wat hebben we maandag behandeld?

Woordenschat

Grammatica

• Wat weten jullie van vorig jaar?
• Hoe werkt zinsontleding?
• Hoe vind je de pv, ow, wg, lv, mv en bwb?
• Wat zijn werkwoorden?

Even oefenen

1. In Zwitserland wordt energie opgewekt met waterkracht. 

2. Hoe kunnen schimmels en bacteriën onder zeer extreme omstandigheden blijven leven?

3. Waar op aarde vind je de diepste zeeën? 

4. Bereidt het ministerie van Defensie een VN-missie voor?

Neem de zinnen over in je schrift en benoem de zinsdelen: pv, ow, wg, lv, mv, bwb

Nu maken

De brug - grammatica zinsdelen

Opdracht 1 t/m 5

Daar komt een zinsdeel bij

Wat is een voorzetsel?

Voorzetselvoorwerp is alleen in een vast combinatie:

Verlangen naar

Houden van

Hopen op

apps.noordhoff.nl

Vaste combinaties

• Twijfelen aan, ergeren aan
• Verbazen over
• Rekenen op
• Verlangen naar, luisteren naar, uitkijken naar
• Hopen op
• Waarschuwen voor
• Uitgaan van

etc... 

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Mijn vader houdt heel erg veel van mijn moeder

1. Mijn vader
2. Heel erg veel
3. Houdt
4. Van mijn moeder

Ik denk nog heel vaak aan mijn overleden kat

1. Ik
2. Nog heel vaak
3. Aan mijn overleden kat
4. Denk

De piraat was heel lang op zoek naar de verborgen schat

1. Naar de verborgen schat
2. De piraat
3. Heel lang
4. Was

De vis snakt naar adem op het aanrecht

1. Op het aanrecht
2. Naar adem
3. De vis
4. Snakt

De lerares verdiept zich in de leerstof voor de leerlingen

1. De lerares
2. Verdiept zich
3. voor de leerlingen
4. In de leerstof

De prinses trouwt tegen haar wil met de prins

1. Tegen haar wil
2. Met de prins
3. Trouwt
4. De prinses

Dus wat is een voorzetselvoorwerp?

Vragen?

Nu maken

H1 - grammatica zinsdelen - voorzetselvoorwerp

Opdrachten: startopdracht, 1, 2, 3, 4, 8

Klaar? Verder met de brug - grammatica zinsdelen

Klaar? Maken H1 - grammatica zinsdelen - voorzetselvoorwerp - opdracht 5, 6, 7