- Nieuwe regels voor het geloof, opgesteld door de pausen, hadden niet dezelfde waarde als de regels in de Bijbel.
- Iedere gelovige moest om die reden zelf de Bijbel kunnen lezen en interpreteren.
- Priesters en pausen als tussenpersonen waren daarom niet nodig om de Bijbel uit te leggen.
- Veel regels van de kerk en de geestelijkheid werden door diezelfde geestelijkheid niet nageleefd en waren dus eigenlijk overbodig.
- Aflaten en andere middelen om je zonden af te kopen, waren onzinnig
- Bij oprecht geloof hoort soberheid. Was ook de levenswijze die Jezus in de Bijbel verkondigde. De rijkdom van de kerk (als geloofsorganisatie) en in de kerk (als gebedsgebouw) moest beperkt worden.