metonymie vwo-2

Welkom A2C
Lesdoel: Een metonymie kunnen herkennen en gebruiken. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom A2C
Lesdoel: Een metonymie kunnen herkennen en gebruiken. 

Slide 1 - Slide

Lezen
Boek blz. 290

Slide 2 - Slide

metonymie, een metoniem.





BEELDSPRAAK


.

Slide 3 - Slide

Welke drie vormen van beeldspraak heb je de vorige les geleerd?

Slide 4 - Open question

Arnhem heeft met 3-0 gewonnen.

Slide 5 - Slide

Uitleg theorie Nieuw Nederlands

Slide 6 - Slide

Beeldspraak: metoniem

 

 Bij een metoniem is er een bijzonder verband tussen object( de werkelijkheid) en beeld. Er wordt een bijzondere eigenschap benadrukt.

Het is wederom een stijlfiguur.

Je zegt niet rechtstreeks wat je bedoelt.

Slide 7 - Slide

Metafoor of metoniem?
Mijn buurman houdt wel van een glaasje.
A
metafoor
B
metoniem

Slide 8 - Quiz

Metafoor of metoniem?
Met carnaval heeft hij te diep in het glaasje gekeken.
A
metafoor
B
metoniem

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Ik ben dol op Mozart.

Slide 11 - Slide

dus.....

Slide 12 - Slide

Pars pro toto: je noemt een deel, maar je bedoelt het geheel. 

Slide 13 - Slide

Even een bloemetje kopen...

Slide 14 - Slide

De daken van de stad.....

Slide 15 - Slide

Doe mij maar een paar 'Adidasjes'.
A
Je noemt de producent, maar je bedoelt het merk
B
Je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp

Slide 16 - Quiz

Hij lust graag een stukje Edammer!
A
Dit is een metoniem
B
Dit is een metafoor
C
Dit is een personificatie
D
dit is een vergelijking

Slide 17 - Quiz

Het hele hotel werd ziek!
A
Dit is een metoniem
B
Dit is een metafoor
C
Dit is een personificatie
D
Dit is een vergelijking

Slide 18 - Quiz

Die snotneus heeft de politie voor de gek gehouden!
A
dit is pars pro toto
B
dit is het geheel in plaats van een deel
C
dit is een eigenschap, je bedoelt de persoon
D
dit is het voorwerp, je bedoelt de inhoud

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
- Werk verder aan de opdrachten die op je blad staan.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
- Werk verder aan de opdrachten die op je blad staan.

Slide 21 - Slide