metonymie vwo-2

metonymie, een metoniem.





BEELDSPRAAK


.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

metonymie, een metoniem.





BEELDSPRAAK


.

Slide 1 - Slide

WAT WEET JE NOG VAN BEELDSPRAAK?

Slide 2 - Open question

Arnhem heeft met 3-0 gewonnen.

Slide 3 - Slide

Beeldspraak: metoniem

 

 Bij een metoniem is er een bijzonder verband tussen object( de werkelijkheid) en beeld. Er wordt een bijzondere eigenschap benadrukt.

Het is wederom een stijlfiguur.

Je zegt niet rechtstreeks wat je bedoelt.

Slide 4 - Slide

Metafoor of metoniem?
Mijn buurman houdt wel van een glaasje.
A
metafoor
B
metoniem

Slide 5 - Quiz

Metafoor of metoniem?
Met carnaval heeft hij te diep in het glaasje gekeken.
A
metafoor
B
metoniem

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Ik ben dol op Mozart.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

dus.....

Slide 10 - Slide

Pars pro toto: je noemt een deel, maar je bedoelt het geheel. 

Slide 11 - Slide

Even een bloemetje kopen...

Slide 12 - Slide

De daken van de stad.....

Slide 13 - Slide

Doe mij maar een paar 'adidasjes'.
A
Je noemt de producent, maar je bedoelt het merk
B
Je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp

Slide 14 - Quiz

Hij lust graag een stukje edammer!
A
Dit is een metoniem
B
Dit is een metafoor
C
Dit is een personificatie
D
dit is een vergelijking

Slide 15 - Quiz

Het hele hotel werd ziek!
A
Dit is een metoniem
B
Dit is een metafoor
C
Dit is een personificatie
D
Dit is een vergelijking

Slide 16 - Quiz

Die snotneus heeft de politie voor de gek gehouden!
A
dit is pars pro toto
B
dit is het geheel in plaats van een deel
C
dit is een eigenschap, je bedoelt de persoon
D
dit is het voorwerp, je bedoelt de inhoud

Slide 17 - Quiz

Aanstaande dinsdag TOETS!

Slide 18 - Slide