Thema 5 Gaswisseling B 1, 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Werk in stilte aan de startopdracht

SE II

Thema 5 gaswisseling

Thema 6 transport

+

Poster over thema 4 (basisstof 1 t/m 3)

antwoord startopdracht op de volgende drie dia's

Borstholte

In het rood: Middenrif

Het middenrif is een gespierd vlies.
Onder het middenrif = buikholte
Boven middenrif= borstholte

Het middenrif kan ontspannen en aanspannen, op die manier kunnen de longen vol of leeg lopen = ademen

Dan volgt nu nieuwe lesstof

Boek 4B T5 Gaswisseling

Definitie:

Gaswisseling is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide

Samen lezen

4B thema 5 paragraaf 1

Docent wijst aan wie een stukje voor leest, de rest leest mee.

T5  BS1 Gaswisseling

Inademen kan het beste door de neus, omdat

• Neusharen tegen grove stofdeeltjes 
  
• Slijm tegen kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers en maakt de lucht vochtig.
  
• Bloed verwarmt de lucht.
• Reukzintuig waarschuwt bij gevaar

T5  BS1 Gaswisseling

• Neusslijmvlies bestaat uit slijmvlies en trilhaarcellen.
  
• De trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte , 

• luchtpijp en de bronchiën bevatten kraakbeenringen.
• luchtpijp, de bronchiën en de luchtpijptakjes bevatten slijmvlies

T5 BS1 Gaswisseling

• Maak opdracht 1, 2, 4, 6 en 8
  
• Maak zelf 5 flitskaarten van  paragraaf 1, laat deze zichtbaar op je tafel liggen
• Oefen met je schoudermaatje jullie flitskaarten.

T5 BS2 in- en uitademen

Samen lezen

4B thema 5 paragraaf 2

Docent wijst aan wie een stukje voor leest, de rest leest mee.

T5 BS2 in- en uitademen

T5 BS2 in- en uitademen

T5 BS2 Gaswisseling

• Maak opdracht 15, 16 en 18
  
• Maak zelf 5 flitskaarten van  paragraaf 2, laat deze zichtbaar op je tafel liggen
• Oefen met je schoudermaatje jullie flitskaarten.

Waarom kan je het beste door je neus inademen?

1. De lucht wordt warm gemaakt.
2. Je kan gevaarlijke stoffen ruiken.
3. De lucht wordt schoongemaakt.
4. Dan kan je je niet verslikken.

De goede volgorde is...

1. Luchtpijp, bronchiën, longblaasjes
2. Luchtpijp, longblaasjes, bronchiën
3. Bronchiën, luchtpijp, longblaasjes

Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?

1. Groot oppervlak van de longblaasjes
2. Dunne wand van de longblaasjes
3. Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
4. Dunne wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Ribademhaling heet ook wel

1. Middenrifademhaling
2. Borstademhaling

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?

1. Borstademhaling
2. Buikademhaling

Ademhaling gaat altijd in een bepaalde volgorde. Welke volgorde is juist?
1 Lucht stroomt naar binnen.
2 De borstkas wordt vergroot.
3 De borstkas wordt verkleind.
4 Lucht stroomt naar buiten.
5 Er wordt zuurstof in het bloed opgenomen.

1. 1 - 2 - 4 - 5 - 3
2. 1 - 2 - 5 - 3 - 4
3. 2 -1 - 4 - 3 - 5
4. 2 - 1 - 5 - 3 - 4

Schoolwerk

L: 5.1 en 5.2

LZ: 5.1 t/m 5.4

M: 

5.1: 1, 2, 4, 6 en 8 in je WB

5.2: 15 , 16 en 18 in je WB

Maak bij iedere paragraaf 5  flitskaartjes (in de les al af?)

Volgende les

De volgende dia's zijn voor de les maandag a.s.