Thema 4 Gaswisseling 4TL

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Wat heb je gedaan in de vakantie?

SE II

Woensdag 20 januari, blok 2

Thema 3 mens en milieu (begrippen)
Thema 4 voeding en vertering
Thema 5 gaswisseling

T5 Gaswisseling

Neusholte

Luchtpijp

Long

T5 BS1  Gaswisseling

Gaswisseling is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide

T5  BS1 Gaswisseling

Inademen kan het beste door de neus, omdat

• de neusharen grove stofdeeltjes tegenhouden.
• het slijm kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers tegenhoudt.
• het slijm de lucht vochtig maakt.
• het bloed (in de bloedvaatjes) de lucht verwrmt.
• het reukzintuig waarschuwt voor gevaarlijke stoffen

T5  BS1 Gaswisseling

T5  BS1 Gaswisseling

Neusslijmvlies bestaat uit slijmvlies en trilhaarcellen.

De trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte , zodat je het door kan slikken

Waarom kan je het beste door je neus inademen?

1. De lucht wordt warm gemaakt.
2. Je kan gevaarlijke stoffen ruiken.
3. De lucht wordt schoongemaakt.
4. Dan kan je je niet verslikken.

T5  BS1 Gaswisseling

T5 BS1  Gaswisseling

De luchtpijp en de bronchiën bevatten kraakbeenringen,  deze zorgen dat de luchtpijp niet dicht kan klappen.

In de luchtpijp, de bronchiën en de luchtpijptakjes zit slijmvlies.

De goede volgorde is...

1. Luchtpijp, bronchiën, longblaasjes
2. Luchtpijp, longblaasjes, bronchiën
3. Bronchiën, luchtpijp, longblaasjes

Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?

1. Groot oppervlak van de longblaasjes
2. Dunne wand van de longblaasjes
3. Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
4. Dunne wand longblaasjes en snel in en uit ademen

T5 BS1 Gaswisseling

• Maak opdracht 1 t/m 11 (online)
  
• Oefen de flitskaarten

T5 BS2 in- en uitademen

T5 BS2 in- en uitademen

T5 BS2 in- en uitademen

Ribademhaling heet ook wel

1. Middenrifademhaling
2. Borstademhaling

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?

1. Borstademhaling
2. Buikademhaling

Ademhaling gaat altijd in een bepaalde volgorde.
Welke volgorde is juist?

1 Lucht stroomt naar binnen.
2 De borstkas wordt vergroot.
3 De borstkas wordt verkleind.
4 Lucht stroomt naar buiten.
5 Er wordt zuurstof in het bloed opgenomen.

1. 1 - 2 - 4 - 5 - 3
2. 1 - 2 - 5 - 3 - 4
3. 2 -1 - 4 - 3 - 5
4. 2 - 1 - 5 - 3 - 4

T5 BS2 

In- en uitademen

• Maak opdracht 12 t/m 20 (online)
• Oefen de flitskaarten