lesson 12

Lesson 12
Theme 4 
1. listening 
2. grammar 
3. writing 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare school

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesson 12
Theme 4 
1. listening 
2. grammar 
3. writing 

Slide 1 - Slide

Listening 
Je maakt op steppingstones online de opdrachten van G listening. 
Op de volgende pagina plaats je de screenshots waarin te zien is dat je de opdrachten af hebt. 
Op de volgende pagina zie je een voorbeeld van een goede screenshot
Dit scherm krijg je nadat je een opdracht goed hebt afgerond 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Plaats hier je screenshot waarin te zien is dat je de 2 opdrachten van onderdeel G af hebt.
(je plaatst hieronder dus 2 fotos)

Slide 4 - Open question

Grammar 
Possessive Pronouns = bezittelijke voornaamwoorden
Bekijk het filmpje op de volgende pagina 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van ik?

Slide 7 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van jou of u?

Slide 8 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van hij?

Slide 9 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van zij?

Slide 10 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van het (zijn/haar)?

Slide 11 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van jullie?

Slide 12 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van ons?

Slide 13 - Open question

Wat is het bezittelijke voornaamwoord van hun?

Slide 14 - Open question

Vertaal:
Mijn pen

Slide 15 - Open question

Vertaal:
Haar hond

Slide 16 - Open question

Vertaal:
Jullie huis

Slide 17 - Open question

Vertaal:
Dit is mijn pen.

Slide 18 - Open question

Vertaal:
Jouw hond is bruin.

Slide 19 - Open question

Vertaal:
Onze tuin is groter.
Tuin - garden

Slide 20 - Open question

Vertaal:
Ik ben mijn pen kwijt.

Slide 21 - Open question

Vertaal:
Hij weet niet waar zijn hond is.

Slide 22 - Open question

Vertaal:
Waar is jullie huis?

Slide 23 - Open question

Writing 
Je gaat een verhaaltje schrijven.
In de verhaaltjes zul je de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.
Het hoeft geen waargebeurd verhaal te zijn.

Slide 24 - Slide

Vertel in het verhaaltje het volgende:

Je bent jouw pen kwijt. Je hebt gevraagd of je de pen van iemand anders mag lenen. Een jongen heeft gezegd dat jij zijn pen mag lenen.
Je bedankt hem en zegt dat je zijn pen terug geeft aan het einde van de les.

Slide 25 - Open question

In je verhaaltje moet het volgende zitten:

Je gebruikt tenminste 3 bezittelijke voornaamwoorden.
- Je vertelt in je verhaaltje waar jouw huis is.
- je vraagt waar het huis van Thomas is. En vertelt dat hij jouw vriend is.

Slide 26 - Open question

In je verhaaltje moet het volgende aan bod komen:
je gebruikt ten minste 3 verschillende bezittelijke voornaam woorden.
Je mag verzinnen waar het over gaat.
Voor inspiratie kun je bij de vorige opdrachten kijken.

Slide 27 - Open question