A1c - Unité 4 "Tu habites où?"

Le programme
  • Planning | 5'
  • Vocabulaire apprendre 1+2 | 10'
  • Introduction Unité 4 | 10'
  • Regarder un vlog + ex 1 & 2 | 15'
Chanson: Dans ma chambre...
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app
1 / 51
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le programme
  • Planning | 5'
  • Vocabulaire apprendre 1+2 | 10'
  • Introduction Unité 4 | 10'
  • Regarder un vlog + ex 1 & 2 | 15'
Chanson: Dans ma chambre...
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
"Ik weet wat ongeveer de planning is voor periode 3 bij Frans."
  1. Luistertoets | 10% 
    Unité 4 'Tu habites où' 
     
  2. Leertoets + lezen | 15%
    Unité 3 + 4 vocabulaire  


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire! | Unité 4
Dictée! | Apprendre 1 + 2
  • Huit mots
  • Notez: français + néerlandais
Corriger le dictée
  1. la pièce
  2. la salle de bains
  3. la fenêtre
  4. la chaise
  5. la plage
  6. l'arrêt de bus
  7.  la chose
  8. la campagne
Introduction Unité 4 (p.116-117)
Ik kan vertellen waar Unité 4 over gaat.
  1. Lisez ensemble: p.116-117
    + réponds aux questions 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Unité 4 'Tu habites où?'
Na deze Unité  kan ik:
  • begrijpen wat David over zijn huis vertelt en hoe je in het Frans de weg wijst.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt.

Als er tijd over is, kan ik:
  • Een korte informatieve tekst begrijpen over wonen en mijn woonomgeving.
  • De weg vragen en wijzen en de inrichting van mijn eigen kamer beschrijven.
  • In eenvoudige zinnen mijn huis en mijn woonomgeving beschrijven.
Grammatica: werkwoord 'aller' & ontkenning (ne....pas)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Introduction Unité 4 'Tu habites où ?'
Welke Franse woorden ken je al
die met wonen / woonomgeving
te maken hebben?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Regarder (p.118)
"Ik kan begrijpen wat David over zijn huis vertelt en hoe je in het Frans de weg wijst."
  1. Regarde le blog: Exercice 1, p.118
  2. Regarde encore une fois: Exercice 2, p.118   
  3.    Les devoirs 
    Apprendre 4+5
      + exercices 10 + 16A + 16B ( EN LIGNE) 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire! | Unité 4
www.quizlet.live

Questions sur les devoirs? 
Fin du cours - les objectifs
  • Ik weet wat ongeveer de planning is voor komende periode.
  • Ik weet waar Unité 4 over gaat.
  • Ik kan minimaal 5 woorden noemen die gaan over 'wonen'

Les devoirs
Apprendre 4+5
  + exercices 10 + 16A + 16B ( EN LIGNE) 
  • Zet hw in je planner.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Verbe: "aller" | 10'
  • Révision: "négation" | 10'
  • Vocabulaire: "Ma maison" | 20' 
Chanson: "aller"
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aller
Gaan 
Je 
Ik ga
Tu 
Jij gaat
Il / elle  
Hij / zij ga
on 
wij gaan
nous 
wij gaan
vous 
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles 
zij gaan
Verbe "Aller" - Apprendre 3, p.142
vas
va
vont
allons
vais
allont
allez
va

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Grammaire 'La négation' - p.130-132

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

français
néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne .... personne
La négation - Apprendre 6 - p.130-131
niet ... meer
niets
niemand
niet / geen
nooit

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Ik .......
Grammaire 'La négation' - p.130-132
ai
plus
je/j'
la
ne/n'
chaise

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions


La négation - p.130-132
Je ne fais jamais mes devoirs.
A
Ik maak altijd mijn huiswerk.
B
Ik maak mijn huiswerk niet.
C
Ik maak nooit mijn huiswerk.
D
Ik maak mijn huiswerk niet meer.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


La négation - p.130-132
Je ne fais rien.
A
Ik doe alles.
B
Ik doe weinig.
C
Ik doe nog niets.
D
Ik doe niets.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


La négation - p.130-132
Je n'habite pas dans un immeuble.
A
Ik woon niet in een flat.
B
Ik woon nog niet in een flat.
C
Ik woon in een huis.
D
Ik woon niet meer in een flat.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Memrise Jeudi
Qui a gagné cette semaine?
Vocabulaire!
Tu vas dessiner une pièce:
  1. Woonkamer
  2. Keuken / eetkamer
  3. Slaapkamer
  4. Badkamer

Exigences
  • Duidelijke tekening + naam klein erop.
  • Titel: in het Frans de naam van de kamer.
  • Minimaal 5 "items" in de kamer + de benaming in het Frans. (gebruik boek! - Unité 4)
  • Beschrijf de kamer in 5 zinnen.
    Bijvoorbeeld: "links van het raam staat een bed" 
    = "À gauche de la fenêtre, il y a un lit."
      
  • Aan het einde inleveren bij docent.
timer
10:00
Interglot: Bank

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire!
Nu:
  • Geef een denkbeeldige rondleiding door "jullie" huis. 
  • Start bij de voordeur.
  • Gebruik woorden als: links, rechts, rechtdoor.
  • Vertel waar bepaalde items staan.

Exemple
* Voilà la porte
* On va à gauche. À gauche il y a la salle de séjour.
* Dans la salle de séjour il y a un canapé.
* À droite du canapé il y a une table etc.
timer
10:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

"Ik kan ontkennend reageren op een vraag."
  1. Travaillez à deux: exercice 16D-A , p.131
      
    "Tu danses dans un groupe?

     
    > Non, .............................................................niet 

Fini? Door met 16D-B, p.132
timer
4:00
Grammaire 'La négation' - p.130-132

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Fin du cours - les objectifs
  • Ik kan begrijpen dat iemand ergens naartoe gaat.
  • Ik begrijp het als iemand ontkennend reageert.
  • Ik kan een kamer beschrijven.

Les devoirs
Apprendre 6 & 8
Exercices 16A + 16B + 24 + 26
  • Zet hw in je planner.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Prononciation: alphabet | 10'
  • Écouter: ex. 12 / 13 | 20'
  • Vocabulaire: "Ma maison" | 10' 
Chanson: "aller"
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Écouter (p.126-129)
"Je kunt begrijpen wat voor woord / naam iemand spelt."
Exercice 11 - Prononciation - p.127
timer
10:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Écouter (p.126-129)
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt."
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt."
Exercice 12, p. 127
Globaal luisteren
Exercice 13, p.128
Gedetailleerd luisteren

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire!
Tu vas dessiner une pièce:
  1. Woonkamer
  2. Keuken / eetkamer
  3. Slaapkamer
  4. Badkamer

Exigences
  • Duidelijke tekening + naam klein erop.
  • Titel: in het Frans de naam van de kamer.
  • Minimaal 5 "items" in de kamer + de benaming in het Frans. (gebruik boek! - Unité 4)
  • Beschrijf de kamer, bijvoorbeeld: "links van het raam staat een bed" etc.
     
  • Aan het einde inleveren bij docent.
timer
10:00
Interglot: Bank

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire!
Nu:
  • Geef een denkbeeldige rondleiding door "jullie" huis. 
  • Start bij de voordeur.
  • Gebruik woorden als: links, rechts, rechtdoor.
  • Vertel waar bepaalde items staan.

Exemple
* Voilà la porte
* On va à gauche. À gauche il y a la salle de séjour.
* Dans la salle de séjour il y a un canapé.
* À droite du canapé il y a une table etc.
timer
10:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Fin du cours - les objectifs
  • Je kunt begrijpen wat voor woord iemand spelt in het Frans.
  • Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt.
  • Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt.
  • Je kunt iemand rondleiden in jouw denkbeeldige huis.

Les devoirs - Luistertoets!
Vocabulaire: apprendre 1,2,4,6,8,10
Herhaal! exercices: 9, 11, 12, 13, 14
  • Zet hw in je planner.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Prononciation: alphabet | 10'
  • Écouter: ex. 12 / 13 | 20'
  • Vocabulaire: "Ma maison"/ Voorzetsels | 10' 
Chanson: "aller"
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Prononciation - alphabet
"Je kunt begrijpen wat voor woord / naam iemand spelt."
Je vais épeler 3 mots;
1.
 
2.
 
3. 
timer
10:00

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Écouter (p.126-129)
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt."
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt."
Exercice 12, p. 127
Globaal luisteren
Exercice 13, p.128
Gedetailleerd luisteren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Welk voorzetsel past het best bij het plaatje?
Les prépositions - de voorzetsels
devant
sur
à côté de
dans
sous

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Memrise Jeudi
Qui a gagné cette semaine?

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Dessine la pièce
Lis la description et dessine la pièce
  • C'est la salle de séjour.
  • La salle de séjour est très grande.
  • À gauche il y a la porte vers la cuisine et à droite il y a la porte vers le jardin.
  • Tout droit il y a trois grandes fenêtres.
  • Au milieu il y a un canapé pour trois personnes.
  • Devant le canapé il y a une table qui n'est pas haut. 
  • Et en face du canapé il y a la télé. La télé est sous la deuxième fenêtre.
  • À côté du canapé il y a une petite table.
  • À gauche, à côté de la porte, il y a une armoire.
  • Voilà, ça c'est notre salle de séjour.
timer
5:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Dessine la pièce

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

A1/A2  - Luistertoets - lundi le 13 juin
Voor de toets
  • Telefoon op stil (telefoontas)  alléén zwarte/blauwe pen  (geen etuis) op tafel
  • Geen toetsblaadje nodig!
Tijdens de toets
  • Afkijken/praten = 1,0 
  • Geen vragen stellen
Tip;
  • Lees de vragen meteen goed door. 
  • Bedenk op welke Franse woorden je moet gaan letten.
timer
1:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Lire: Ma maison à moi | 20'
  • Jeu: woordzoeker | 10'
  • Vocabulaire: apprendre 4 | 10'
  • Finir: tips & tops | 5'
Chanson: "aller"
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lire Extra | Dossier Ma maison à moi
Page 146-149 | En ligne 4.2 'Lire' - Menu au choix
  • Ensemble: onderwerp, titel, tips
  • Individuellement:
    - Éen ster:  1-7 (p.147)

    - Twee sterren: 1-7 (p.147-148)

    Snel/extra uitdaging?
    - Drie sterren 1-7 (p.148-149) 


timer
12:00

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Jeu: woordzoeker
Je kunt zelf een woordzoeker maken én die van iemand anders oplossen.
Vocabulaire Unité 3 + 4!
  • Schrijf 12 Nederlandse woorden op de streepjes.
  • Zet die 12 woorden in het Frans in de woordzoeker. (horizontaal, verticaal, diagonaal).
  • Vul de overgebleven hokjes in met random letters.
  • Klaar? Steek je vinger op. Je krijgt die van iemand anders om op te lossen. 
timer
5:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire! | Unité 4
www.quizlet.live

Quizlet Live 
individuellement!

Les cours: tips!
Welke tip(s) heb jij nog voor de lessen Frans?
(wat zou beter kunnen qua lessen?)  -anoniem

Slide 49 - Open question

This item has no instructions


Les cours: tops!
Welke top(s) heb jij voor de lessen Frans?
(waar moet ik volgend jaar vooral mee doorgaan?) - anoniem 

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions