Les 2

Je ziet verschillende icoontjes staan. 
    Waarvoor gebruik je welk Office-programma?
Sleep het juiste icoontje naar de juiste omschrijving. 
Hier maak ik een presentatie
Hier bekijk ik mijn schoolmail
Hier kan ik een enquête in maken
Hier typ ik mijn werkstuk in
Hier sla ik mijn bestanden op
1 / 16
next
Slide 1: Drag question
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Je ziet verschillende icoontjes staan. 
    Waarvoor gebruik je welk Office-programma?
Sleep het juiste icoontje naar de juiste omschrijving. 
Hier maak ik een presentatie
Hier bekijk ik mijn schoolmail
Hier kan ik een enquête in maken
Hier typ ik mijn werkstuk in
Hier sla ik mijn bestanden op

Slide 1 - Drag question

Open word

Slide 2 - Slide

Opdracht 
Neem de tekst over.

Terwijl hij zijn handen wast en zichzelf in de spiegel bekijkt denkt hij na over hoeveel geld hij aan haar vergooid heeft. Balend komt hij tot de ontdekking dat deze helse dag hem toch al een kleine tachtig euro heeft gekost. Met frisse tegenzin föhnt hij zijn handen droog en loopt het restaurant weer in. Met een omweg zoekt hij zijn tafeltje weer op en ploft op zijn stoel. Hij knippert eens met zijn ogen en concludeert al vrij snel dat de stoel van zijn afspraakje leeg is. 
Ze is weg, zo iemand zie je niet snel over het hoofd, grapt hij in zichzelf. Op de tafel ligt een briefje: Op MSN was je leuker. Sorry.




Slide 3 - Slide

Wat zou een goede naam zijn voor deze opdracht? Hoe sla je de opdracht op?

Slide 4 - Open question

Geef het document deze naam

Slide 5 - Slide

Verandering van letters
Met tabblad "Start"
Bij Groep  "Lettertype"
Kan je de grootte van een woord veranderen, Lettertype, kleur, enz.

Slide 6 - Slide

Uitleg die je zo nodig hebt; Word heeft drie belangrijke functies in de kop: 
Tabbladen (bovenin) | Opdrachtkoppen | Groepen

Slide 7 - Slide

Wat betekent dit symbool :
A
Cursief gedrukt
B
Onderstrepen
C
Vet gedrukt
D
Schuin gedrukt

Slide 8 - Quiz

Wat kan je doen met dit symbool:
A
tekst onderstrepen
B
tekst vetgedrukt maken
C
tekst cursief maken
D
tekst groter maken

Slide 9 - Quiz

Wat kun je met dit symbool doen:
A
tekst vetgedrukt maken
B
tekst onderstrepen
C
tekst een andere kleur geven
D
tekst cursief maken

Slide 10 - Quiz

Hoe verander ik de kleur van mijn lettertype?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

verander letters en woorden
Terwijl hij zijn handen wast en zichzelf in de spiegel bekijkt denkt hij na over hoeveel geld hij aan haar vergooid heeft. Balend komt hij tot de ontdekking dat deze helse dag hem toch al een kleine tachtig euro heeft gekost. Met frisse tegenzin föhnt hij zijn handen droog en loopt het restaurant weer in. Met een omweg zoekt hij zijn tafeltje weer op en ploft op zijn stoel. Hij knippert eens met zijn ogen en concludeert al vrij snel dat de stoel van zijn afspraakje leeg is. ˜Ze is weg, zo iemand zie je niet snel over het hoofd, grapt hij in zichzelf. Op de tafel ligt een briefje: Op MSN was je leuker. Sorry.

Slide 12 - Slide

Uitleg: Foto's plakken en verplaatsen
Met tabblad "Invoegen"
Bij groep "Illustraties"
Onlineafbeeldingen
Let op: waar de cursor staat
Opmaken "positie en teruglooptekst"

Slide 13 - Slide

2 opdrachten:
  1. Maak een tabel in je wordbestand
  2. Voeg een voorblad aan je wordbestand toe en verander de titel

Slide 14 - Slide

HANDIGE TPS
 Nieuw bestand
Ctrl + N
Opslaan (Save)
Ctrl + S
Kopiëren (Copy)
Ctrl + C
Knippen
 Ctrl + X
Plakken
Ctrl + V
Ongedaan maken
Ctrl + Z

Slide 15 - Slide

Volgende les
Hoe maak ik een verslag?
Uitleg moodboard in PowerPoint
Neem afbeeldingen mee

Slide 16 - Slide