drie ethische theorieën

drie ethische theorieën
In deze les behandelen we achtereenvolgens:
het utilisme (gevolgenethiek)
de deontologie (plichtsethiek)
de deugdethiek
1 / 11
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 11 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

drie ethische theorieën
In deze les behandelen we achtereenvolgens:
het utilisme (gevolgenethiek)
de deontologie (plichtsethiek)
de deugdethiek

Slide 1 - Slide

paragraaf 3.1 blz. 32
Je handelen wordt geleid door de gevolgen ervan. Een daad wordt beoordeeld op het vergroten/verkleinen van geluk. Een optelsom van het geluk. Maar heiligt het doel de middelen?

Slide 2 - Slide

Positieve en negatieve gevolgen van een daad.
Welke partijen zijn erbij betrokken?
Wat is de optelsom van toename/afname van het totale welzijn?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

paragraaf 3.2 blz. 34
plichtsethiek hangt samen met het karakter van de handeling.
Je ervaart een innerlijke plicht om iets te doen.
1. Er is een verschil tussen actief doen en passief nalaten.
2. Je hebt een directe en een indirecte verantwoordelijkheid.
3. Ook de intentie telt mee bij je handelen.

Slide 5 - Slide

Morele uitspraken houden een plicht in zich.
Je kunt je afvragen of jouw manier van handelen een algemene wet zou moeten worden.
Categorisch Imperatief.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

een goed karakter
Het midden houden tussen twee extreme houdingen.
Neem een redelijk standpunt in.
1. ligt in je persoon
2. houding moet je oefenen/aanleren
3.kiezen voor het juiste midden,.

Slide 8 - Slide

Alles heeft een uiteindelijk doel in zich.
De mens is een dier en de mens heeft een rede.
De rede moet de regie voeren over het dier in je.
Je uiteindelijke doel bereik je door de deugd.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Weektaak
leerwerk: lezen tekst paragraaf 3.1-3.2-3.3 blz. 32
maakwerk: opdracht 13-16-19-20
LVB: LVB-B opdracht 3.4 onmogelijk probleem

Slide 11 - Slide