3.2 Het christendom in Europa

3.2 Het christendom in Europa
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.2 Het christendom in Europa

Slide 1 - Slide

Inleiding
  • Bespreken opdrachten 3.1 (2 t/m 6)
  • Herhaling
  • Uitleg 3.2 
  • Opdrachten 3.2 

Slide 2 - Slide

Inloggen in LessonUp
Herhaling

Slide 3 - Slide

Feodalisme
Hofstelsel
Horigen
Domein
Herendiensten
Politiek 
Leenheer
Trouw zweren

Slide 4 - Drag question

Grond met bossen en rivieren
De grond van de heer zelf
De grond waar de boer leefde en werkte

Vroonland

Hoeveland
Woeste gronden

Slide 5 - Drag question

Zes mensen worden genoemd. Typ steeds bij welke stand ze horen.
Geestelijkheid
Adel
Boeren
Melige Marcus, een monnik
Harige Herbertus, een horige
Bolle Barend, een bisschop
Gekke Gerrit, de graaf van Gelre
Slimme Saskia, de snelst schrijvende non in de omgeving
Karel de Kale, kleinzoon van Karel de Grote. Hij was koning, net als zijn opa

Slide 6 - Drag question


Clovis


  • Clovis stichter Frankische Rijk
  • Bekeerd zit tot christendom 

Slide 7 - Slide

Clovis had ook een politiek motief

  • Door zijn doop kreeg Clovis de steun van de bisschoppen, waardoor hij zijn vijanden kon verslaan/heel Gallië kon onderwerpen. 

  • Hij liet zich dopen om meer macht te krijgen.

Slide 8 - Slide

Missionarissen
  • Rondreizende priesters met als doel mensen te bekeren tot het christendom

  • Bonifatius / Willibrord

Slide 9 - Slide

Werkwijze
missionarissen werden naar Europa gestuurd om heidenen te kerstenen.
Kerstenen
Met kerstenen bedoelen we dat missionarissen ongelovigen bekeerden tot het christendom.
Heidenen
Heidenen zijn ongelovigen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Kloosters
  • Schenkingen en inkopen door elite bezorgden kloosters veel grond -->  Kregen een rol in het beheer van domeinen
  • Grote rol in het onderwijs en bewaren en doorgeven klassieke erfgoed (boeken oudheid)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Klooster als centra en netwerk
  • Monniken stichten kloosters --> kerstenen (religieus centrum)

  • Daarnaast:
klooster = onderdeel van het leenstel en hofstelsel (economisch en politiek centrum)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente. 
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 

Slide 16 - Slide

De polder Middelharnis was in bezit van een klooster in Antwerpen
Zij gaven opdracht tot de bouw van een kerk

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Inloggen in LessonUp
Uitlegcheck

Slide 19 - Slide

Wat was het voordeel voor een leenheer om zijn krijgsheren een stuk land in leen te geven?




A
Door een stuk land in leen te geven, kon hij rekenen op steun van zijn leenmannen.
B
Door een stuk land in leen te geven, nam de opbrengst van de grond toe.

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze definitie:
Ontvanger van een leen. In ruil voor het leen moet de leenman zijn leenheer helpen bij het bestuur en in de oorlog.
A
Leenheer
B
Hofmeijer
C
Leenman
D
Vazal

Slide 21 - Quiz

Wat was een nadeel van het leenstelsel?

Slide 22 - Open question

Hoe zat het ook alweer met horigheid en hofstelsel?
Horigen...
A
waren vazallen van de koning
B
waren leenmannen van een edelman
C
waren slaven die het land bewerkten
D
leverden vrijheid in, in ruil voor bescherming

Slide 23 - Quiz

Is hier het vroonland of het hoeveland te zien?
A
Vroonland
B
Hoeveland

Slide 24 - Quiz

Wat is een 'domein'?
A
Een gebied waar veel rijke mensen wonen
B
Het gebied van een edelman of klooster
C
Het gebied dat eigendom is van een horige
D
Een plek waar geestelijken en adel samenkomen

Slide 25 - Quiz

Waarom was het een slimme zet van Clovis om Christen te worden?

Slide 26 - Open question

Wat is een missionaris?
A
Iemand die niet christelijk is
B
Iemand die anderen christelijk probeert te maken
C
Een ridder
D
Iemand die anderen van adel probeert te maken

Slide 27 - Quiz

Maken 3.2
Opdracht: 2 t/m 5


3.1: opdracht 2 t/m 6 

Slide 28 - Slide

Video
Friezen en Franken
Het verhaal van Nederland

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Twee soorten geestelijkheid
Seculiere geestelijkheid:
Richten zich op de wereld, bijv. de pastoor. Hij verzorgt het contact met de rest van de gelovigen (de leken)
Reguliere geestelijkheid:
Leven volgens een kloosterregel: Monniken en nonnen. Zij bidden veel, maar zijn ook vaak betrokken bij onderwijs en wetenschap

Slide 31 - Slide

Seculiere geestelijken:
  • wijding ivm met opdragen mis
  • reinheid > celibaat (306, later diverse keren herbevestigd )

Hiërarchie:
  • pastoors (parochie)
  • bisschop (leider bisdom)
  • aartsbisschop (kerkprovincie)
  • kardinaal 
  • paus (bisschop Rome)

Slide 32 - Slide

Reguliere geestelijken
  • 3e eeuw: Ontstaan kloosters (afzondering v.d. wereld, leven v.h. geloof)
  • 6e eeuw: Kloosterregels Benedictus v. Nursia, later Benedictijnen (armoede, gehoorzaamheid aan abt, bidden en werken, celibaat)

Slide 33 - Slide