Smeekbede van Odysseus r.170 t/m 179

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klopt het moment van de afbeelding met waar we nu in de tekst zijn?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

1. aoristus
*Wat is typisch Homerisch aan deze vorm?

2. πόντον

Slide 3 - Slide

(1) Χθιζὸς ἐεικοστῷ φύγον ἤµατι οἴνοπα πόντον·
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quiz

3. με

4. onderwerp = onzijdig meervoud, dus werkwoord enkelvoud
(wel gek omdat het onderwerp eigenlijk samengesteld is)

5. hij was daar bij Calypso

Slide 5 - Slide

(2) τόφρα δέ µ’ αἰεὶ κῦµ’ ἐφόρει κραιπναί τε θύελλαι νήσου ἀπ’ ᾿Ωγυγίης·

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

6. aoristus

7. hier coniunctivus πάθω
(optativus kan ook)

Slide 7 - Slide

(3) νῦν δ’ ἐνθάδε κάββαλε δαίµων,
ὄφρα τί που καὶ τῇδε πάθω κακόν·

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

8. enjambement , παύσεσθ’ (het stoppen)

9. futurum 

Slide 9 - Slide

(4) οὐ γὰρ ὀΐω παύσεσθ’, ἀλλ’ ἔτι πολλὰ θεοὶ τελέουσι πάροιθεν.

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quiz

10. imperativus ev

Slide 11 - Slide

Ἀλλά, ἄνασσ’, ἐλέαιρε·
A
A
B
B
C
c
D
D

Slide 12 - Quiz

11. participium aoristus nom ev M

12. aoristus

Slide 13 - Slide

(6) σὲ γὰρ κακὰ πολλὰ µογήσας
ἐς πρώτην ἱκόµην,

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quiz

13. b zonder accent
a zelfstandig gebruikt
[vertaal je dus met 'iemand']

14. die
(de jongen die daar loopt is lief)

Slide 15 - Slide

(7) τῶν δ’ ἄλλων οὔ τινα οἶδα
ἀνθρώπων, οἳ τήνδε πόλιν καὶ γαῖαν ἔχουσιν.

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

15. chiasme (kruisstelling, ABBA)

16. omdat het volgende woord accentloos is

Slide 17 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Open question

Wat gaat Nausikäa zeggen?

Slide 19 - Mind map