Woorden die je moet weten
Bevatten: iets begrijpen.
Comfortabel: een ander woord voor prettig of handig.
De gebruiker: iemand die iets gebruikt.
Degelijk: als iets degelijk is, dan zit het stevig in elkaar.
De installatie: een apparaat of machine. Een installatie bestaat uit delen die bij elkaar horen.
De werking: de manier waarop iets werkt.
Het ontwerp: een tekening waarop je kunt zien hoe iets er ongeveer uit komt te zien.
Het voorschrift: een regel over hoe je iets moet gebruiken.
Instellen: iets klaarmaken om het te gebruiken.
Machinaal: als een machine gebruikt wordt om iets te maken.
Ontwerpen: iets bedenken of tekenen.
Typisch: een ander woord voor vreemd.