Les 5 februari coniunctivus in de bijzin

4V Latijn,                    5 februari
1 / 36
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4V Latijn,                    5 februari

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Woorden Nero
  • Coniunctivus in de bijzin
  • Nakijken huiswerk
  • Aan het werk
  • Nero 

Slide 2 - Slide

incendium
aliquid
omittere
itaque
hinc
salus
persuadere
aliquis
effugere
redding
hiervandaan
brand
wegvluchten
dus
iemand
iets
overhalen, overtuigen
weglaten

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

De coniunctivus heeft als uitgangen:
-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
A
Nee, een -o ipv een -m
B
Ja, dit zijn alle uitgangen
C
Nee, het zijn -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
D
Ja, maar ook -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur voor passief

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je een coniunctivusvorm in de hoofdzin NIET vertalen?
A
wens
B
aansporing
C
twijfel
D
afhankelijke vraag

Slide 6 - Quiz

vertaal: Si filiam habuissem, felix fuissem
(felix - gelukkig)

Slide 7 - Open question

Vertaal:
Utinam pacis condiciones accepissemus!
(accipere = aanvaarden; condicio = voorwaarde)

Slide 8 - Open question

valeam
A
coni. prae
B
coni. impf
C
ind. prae
D
ind. impf

Slide 9 - Quiz

Ne credatis istis barbaris.
Welke coniunctivus?
A
wens
B
mogelijkheid
C
verbod
D
aansporing

Slide 10 - Quiz

coniunctivus per tijd herkennen
plusq. perf.
perfectum
imperfectum
praesens
venirent
venissent
venerint
veniant

Slide 11 - Drag question

Coni. perf. < > Ind. fut. ex.
Welke vorm is niet gelijk?
A
1e pers. ev.
B
2e pers. ev.
C
3e pers. ev.
D
alle zijn gelijk

Slide 12 - Quiz

coniunctivus
indicativus
geen van beide
possim
possum
possem
poteram
potero
potuero
posse
potui

Slide 13 - Drag question

vertaal:
Marcus et Cornelia non canem possunt invenire. Ubi quaerant ?

Slide 14 - Open question

Vertaal:
Marcus et Cornelia in hortum veniunt. ‘O canis’, Cornelia dicit, ‘utinam semper hic maneas!’

Slide 15 - Open question

Van welke coniunctivus is er sprake als je een infinitivus herkent in de werkwoordsvorm?
A
praesens
B
perfectum
C
imperfectum
D
plusquam perfectum

Slide 16 - Quiz

De vorm vocatus sim is perf.con.
vocatus sitis vinden we niet in het latijn. Leg uit waarom.

Slide 17 - Open question

'auditi essemus' is...
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquam perfectum

Slide 18 - Quiz

'Audiamus!' vertaal je het beste als:
A
twijfel
B
aansporing
C
verbod
D
mogelijkheid

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Bijwoordelijk bijzin (ut)
Veni, ut me vocavisti.             (zodra)
Veni, ut dixeram.                      (zoals)

-Edimus, ut vivamus.                                                  (opdat / om te)
-Ita fatigatus eram, ut non venirem.                    (dat)

Slide 23 - Slide

'ut' met een coniunctivus
vertaal je als...
A
zoals, zodra
B
opdat, zodat, om te

Slide 24 - Quiz

Bijwoordelijk bijzin (ne)
-Cucurrit, ne sero veniret.        (opdat niet)
-Timeo, ne veniat.                         (dat)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Betrekkelijke bijzin
-Milites vidi, qui domum custodiebant.

-Milites vidi, qui domum custodirent.   (moesten / om te)


                       coniunctivus finalis

Slide 27 - Slide

Afhankelijke vraagzin
-Rogo te, quis sis.
-Rogo te, cur dormires.
-Rogavi eos num Romani essent.
-Rogavi eos utrum Romani essent, an Galli.

                       coniunctivus vertalen als indicativus

Slide 28 - Slide

Coniunctivus in de bijzin
Vertaaltip:

-Een coniunctivus in de bijzin vertaal je vrijwel als een indicativus.
-Let op de vertaling van cum en ut.
-Coniunctivus finalis: moe(s)ten / om te







                     

Slide 29 - Slide

Si pater domi esset, laeti essemus.
A
wens in irrealis heden
B
BZ si
C
situatie irrealis heden
D
situatie irrealis verleden

Slide 30 - Quiz

Caesar milites misit, qui hostes vincerent.
A
Caesar stuurde soldaten die de vijanden overwonnen.
B
Caesar stuurde soldaten die de vijanden moesten overwinnen.
C
Caesar stuurt soldaten om de vijanden te overwinnen
D
Caesar stuurde soldaten om de vijanden te overwinnen.

Slide 31 - Quiz

Non scio qui esset iste vir.
A
twijfel
B
indirecte vraag
C
wens irrealis heden
D
situatie irrealis heden

Slide 32 - Quiz

54-68
27 v. Chr. - 14 na Chr.
14 - 37
37 - 41
41 - 54
Augustus
Claudius
Nero
Tiberius
Caligula

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Video

Vragen
  1. Wie was Britannicus? 
  2. Waarom wilde Nero Britannicus ter dood brengen?
  3. Hoe bracht Nero Britannicus ter dood?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video