Tipp! Aussprache: Hoe je de ch uitspreekt, hangt van de klank af die voor die ch staat.
Na a, o, u of au (denk aan AUTO) klinkt de ch hard (= ach-Laut): lachen
Na alle andere klinkers spreek je de ch zacht uit (= ich-Laut): mich, leicht
De combinatie chs spreek je uit als ks.
Beispiele: Fuchs, Dachs, Wechsel, sechs
In de lettergreep –ig wordt de g aan het einde van een woord vaak uitgesproken
als een Nederlandse ch (bijvoorbeeld in het Nederlandse woord 'noch').
Beispiele: König, einig, ruhig, mutig