This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 Moleculen en atomen
H3.1: formules van stoffen deel 2
Slide 1 - Slide
Welkom
bespreken Toets
terugblik vorige les,
uitleg H3.1 / 3.2 formules van stoffen
huiswerk volgende les
Slide 2 - Slide
terugblik vorige les
Vragen over:
H: leren H3.1 (blz 58/59)
maken opdr: 2, 3, 4, 6, 7, 8 (blz 60)
V : leren H3.1 (blz 66/67+71)
maken opdr: 10,11, 12, 15 (blz 74)
Slide 3 - Slide
lesdoel
stoffen weer kunnen geven in formuletaal
Slide 4 - Slide
instructie
video: uitleg naamgeving en opzetten molecuulformule
Slide 5 - Slide
Elementen
In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter.
Let dus goed op hoofdletters en
kleine letters.
H = waterstof He = helium
Slide 6 - Slide
water bestaat uit 2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist? waterstof = H zuurstof = O
a: HO2
b: HO2
c: H2O
d: H2O
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 7 - Quiz
koolstofdioxide bestaat uit 1 atoom koolstof en 2 atomen zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C zuurstof = O
a: CO2
b: CO2
c: C2O
d: C2O
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 8 - Quiz
ammoniak bestaat uit 1 atoom stikstof en 3 atomen waterstof. Welke formule is juist? stikstof = N waterstof = H
a: N3H
b: NH3
c: NH3
d: N3H
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 9 - Quiz
Alcohol bestaat uit 2 atomen koolstof, 6 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a: C2H6O
b: 2C6H1O
c: C2H6O
A
a
B
b
C
c
Slide 10 - Quiz
Glucose bestaat uit 6 atomen koolstof, 12 atomen waterstof en 12 atomen zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a: C6H6O12
b: C6H12O6
c: C12H6O6
A
a
B
b
C
c
Slide 11 - Quiz
zelf moleculen maken
Maak de volgende moleculen m.b.v. het bolletjesmodel: