This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 Moleculen en atomen
H3.1: formules van stoffen ddel 1
Slide 1 - Slide
Welkom
terugblik vorige les, Toets bespreken
uitleg H3.1 formules van stoffen
huiswerk volgende les
Slide 2 - Slide
terugblik vorige les
Vragen over:
Toets H2, bespreken
Slide 3 - Slide
lesdoel
weten wat atoomsoorten en symbolen zijn
weten hoe je een molecuulformule opzet
Slide 4 - Slide
Atomen/elementen
Atomen stellen we voor als bolletjes met een elementsymbool.
Cl
H
H
O
O
C
C
O
H
Slide 5 - Slide
Er bestaan meer dan 100 soorten atomen!
We geven atomen aan met een kleur of met een letter.
Dus verschillende kleuren of verschillende letters betekent verschillende atomen.
Slide 6 - Slide
instructie
video: uitleg naamgeving en opzetten molecuulformule
Slide 7 - Slide
Elementen
In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter.
Let dus goed op hoofdletters en
kleine letters.
H = waterstof He = helium
Slide 8 - Slide
water bestaat uit 2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist? waterstof = H zuurstof = O
a: HO2
b: HO2
c: H2O
d: H2O
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 9 - Quiz
koolstofdioxide bestaat uit 1 atoom koolstof en 2 atomen zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C zuurstof = O
a: CO2
b: CO2
c: C2O
d: C2O
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 10 - Quiz
ammoniak bestaat uit 1 atoom stikstof en 3 atomen waterstof. Welke formule is juist? stikstof = N waterstof = H
a: N3H
b: NH3
c: NH3
d: N3H
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 11 - Quiz
Alcohol bestaat uit 2 atomen koolstof, 6 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a: C2H6O
b: 2C6H1O
c: C2H6O
A
a
B
b
C
c
Slide 12 - Quiz
Glucose bestaat uit 6 atomen koolstof, 12 atomen waterstof en 12 atomen zuurstof. Welke formule is juist? koolstof = C waterstof = H zuurstof = O