THEO LES 19: Hormonen deel 1 - Hypofisaire hormonen

Hormonen 
Les 19
Algemene theorie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Hormonen 
Les 19
Algemene theorie

Slide 1 - Slide

Vandaag
Toets:
  • uitscheiding - nieren

Terugblik:
  • klierwerking

Nieuwe stof:
  • hormonen 3 delen

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les ...

  • ... weet de student welke hormonen worden beïnvloed door de hypofyse
  • ... kent de student de functies van deze hormonen

Slide 3 - Slide

Algemeen
  • afscheidingsproduct van hormoonklieren - increten
  • hormonen staan o.i. van vegetatieve  / autonome zenuwstelsel - buiten onze wil

  • de meeste hormonen zijn eiwitten

  • een hormoon is een  chemische boodschapstof
  • hormonen remmen of activeren

Slide 4 - Slide

Algemene werking
Hormonen die geproduceerd worden komen terug in de bloedbaan - interne secretie
Maar hoe ontstaat het effect van een type hormoon op een specifieke plek in het lichaam?
Hormonen hebben alleen  invloed op cellen die voor dat specifieke hormoon gevoelig zijn - doelwitcellen. Deze cellen bevatten receptoren gelegen op het celmembraan waarmee ze de chemische boodschapstof kunnen opvangen

Slide 5 - Slide

Hormoonproducerende weefsels worden ook wel endocriene weefsels genoemd. 
Endocrien = naar binnen toe afscheidend = afgifte aan het bloed = interne secretie
  • hormoonklieren als afzonderlijk orgaan: hypofyse, bijnierenschors, schildklier
  • hormoonklieren ingebed in een ander orgaan: eilandjes van Langerhans
  • hormoonproducerende cellen: deze stoffen hebben een plaatselijk effect bijvoorbeeld maagwand of huidcellen - histamine

Slide 6 - Slide

Directe werking: hormoon heeft direct effect bijvoorbeeld pigmenthormoon

Indirecte werking = glandotrhope hormonen. Een geproduceerd hormoon zet klier in werking voor productie ander soort hormoon. 
LH - 

Slide 7 - Slide


Indirect hormoon - LH luteïniserend hormoon, geproduceerd in de hypofyse, prikkelt de eierstokken tot progesteron en oestrogeen productie 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdracht 
Maak opdracht voorkennis "klieren in ons lichaam". 




Nabespreken
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Weefselhormonen
  • Acetylcholine -> als gevolg van een zenuwprikkel aan de motorische eindplaatjes
  • Histamine -> mestcellen in de lederhuid


Slide 11 - Slide



Acetylcholine

Slide 12 - Slide


Histamine

Slide 13 - Slide

Hormonen met directe werking
  • Groeihormoon (GH)
  • Pigmenthormoon (MSH)

Slide 14 - Slide

Functies groeihormoon
  • Stimuleren van de lengtegroei van de pijpbeenderen
  • Stimuleren van de ontwikkeling van spierweefsel
  • Invloed op ontwikkeling van de geslachtsorganen
  • Invloed op de groei van weefsels 

Slide 15 - Slide

Functies pigmenthormoon
  • Stimuleren van de melanocyten

Slide 16 - Slide

Hoe wordt het vegetatieve zenuwstelsel ook wel genoemd?
A
Onwillekeurige zenuwstelsel
B
Willekeurige zenuwstelsel

Slide 17 - Quiz

Waar in de huid liggen de melanocyten?
A
Basaalcellenlaag
B
Korrellaag
C
Stekelcellenlaag

Slide 18 - Quiz

Welke hormonen ken je?

Slide 19 - Mind map

Wat is een ander woord voor homonen?
A
Excreten
B
Increten
C
Secreten

Slide 20 - Quiz

Wat is een ander woord voor hormoonklieren?
A
Endocriene klieren
B
Endo - exocriene klieren
C
Exocriene klieren

Slide 21 - Quiz

Hormonen met indirecte werking = glandotrope hormonen
Zetten andere hormoonklieren aan tot productie van hormonen

  • Thyreotrope hormoon (TSH)
  • Adrenocorticotrope hormoon = ACTH
  • Gonadotrope hormoon

Slide 22 - Slide

Thyreotrope hormoon (TSH)
Zet de schildklier aan tot productie van thyroxine  = schildklierhormoon

Slide 23 - Slide

Adrenocorticotrope hormoon
Zet de bijnierschors aan tot productie van bijnierschorshormonen = corticoïden

Adren = nier
Cortex = schors

Slide 24 - Slide

Gonadotrope hormoon
Zetten de geslachtsklieren (gonaden) aan tot productie van geslachtshormonen

  • FSH = follikelstimulerend hormoon
  • LH = luteïniserend hormoon

Slide 25 - Slide

Follikelstimulerend hormoon (FSH)
Functies:

  • Bevorderd de groei en ontwikkeling van follikels = eicellen
  • Bevorderen de vorming van zaadcellen

  • Prikkelen van de eierstokken (ovaria) voor het maken van oestrogeen en progesteron
  • Prikkelen van de zaadballen (testis) voor het maken van testosteron

Slide 26 - Slide

Luteïniserend hormoon (LH) 
Functies:

  • Prikkelen van zaadballen tot het maken van testosteron
  • Bevorderen van vochtophoping in de eicellen -> ovulatie

Slide 27 - Slide

Achterkwab = Neurohypofyse
Opgebouwd uit zenuwweefsel

Produceert hormonen met een directe werking:

  • Antidiuretisch hormoon
  • Oxytocine

Slide 28 - Slide

Antidiuretisch hormoon
Werkzaam in de nieren

Functies:
  • Invloed op de waterhuishouding
  • Vaatvernauwend (bloeddruk verhogend)

Slide 29 - Slide

Oxytocine
Functies:

Samenspannen van spieren

  • Samentrekking van de baarmoederwand en de dikke darm
  • Stimuleert melkklieren tot afgifte van melk

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Beautylevel online
Maak de les: Hypofyse

Jullie krijgen hier 10 minuten voor. Succes!

Slide 32 - Slide

Huiswerk
Opdracht die ik uit ga delen.

Slide 33 - Slide

Volgende week
  • Bespreken huiswerkopdracht
  • Werking + hormonen schildklier
  • Hormonen die niet aangestuurd worden door de hypofyse

Slide 34 - Slide