This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Insecten
Slide 1 - Slide
Welke insecten ken jij?
Slide 2 - Mind map
Wat zijn insecten?
Insecten zijn beestjes waarbij het skelet aan de buitenkant van het lichaam zit. Bij bijvoorbeeld een mens of een vogel zit het skelet aan de binnenkant van het lichaam.
Insecten worden vaak gezien als kleine, enge, kriebelbeestjes.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Waarom hebben mensen en dieren een skelet nodig?
Slide 5 - Open question
De 2 andere kenmerken van een insect
* Hun lijf bestaat uit 3 delen. Een kop, een borststuk en een achterlijf
*Een insect heeft 6 poten
Slide 6 - Slide
Welk dier is dit?
A
Libelle
B
Kever
C
Krekel
D
Mier
Slide 7 - Quiz
Welk dier is dit?
A
Tor
B
Kever
C
Kakkerlak
D
Wesp
Slide 8 - Quiz
Welk dier is dit?
A
Kever
B
Sprinkhaan
C
Libelle
D
Vlinder
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Wat kan een vijand zijn voor een vlinder?
A
De mens
B
Een slang
C
Een ijsbeer
D
Een koala
Slide 11 - Quiz
Bijen
Wist je dat...
Je ongeveer 500 bijen nodig hebt voor een potje honing?
Slide 12 - Slide
Mieren
Wist je dat...
Mieren extra sterke poten hebben zodat ze heel snel kunnen rennen & ook nog eens super sterk zijn?
Slide 13 - Slide
Vliegen
Wist je dat...
Vliegen proeven en ruiken met hun poten? Ze hebben speciale organen op de haren van hun poten waarmee ze de smaken en geuren kunnen opvangen.
Slide 14 - Slide
Insecten het eten van de toekomst.
Slide 15 - Slide
Zou jij zo'n insectenlolly eten?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Video
Dit heb ik vandaag geleerd...
Slide 18 - Mind map
Ga eens op zoek.
kijk straks eens buiten welke insecten of kriebelbeestjes jij ziet kruipen of vliegen. Maak er een lijstje van. Tip, til eens een steen of bloempot op.