H5.2 - Europa en de eurozone - 15-12

H5.2 - Europa en de Eurozone
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.2 - Europa en de Eurozone

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Opening
  • Nakijken
  • Europa en de Eurozone
  • Aan de slag!

Aan het eind van de les weet je welke afspraken er binnen de EU zijn en wat het verschil is tussen de Eurozone en Europa. 

Slide 2 - Slide

Hoe gaan de stromingen bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland

Slide 3 - Drag question

Een land met een open economie heeft een hoge export- en importquote.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 4 - Quiz

Nakijken 
Opdracht 2
A

Opdracht 3
a. De toegevoegde waarde bij wederuitvoer is lager dan de toegevoegde waarde bij het zelf maken (produceren) van goederen.
b toename van de export -> toename van winst bij bedrijven -> hogere lonen voor werknemers -> toename van binnenlandse consumptie

Slide 5 - Slide

Nakijken 
Opdracht 4
Nederland importquote -> 57,8%.
Nederland exportquote -> 70,6%.
China importquote -> 10,9%.
China exportquote -> 13,0%.

Opdracht 5
Klimaat -> sinaasappels, bananen
Ruimere keuze -> elektronica, auto’s.


Slide 6 - Slide

Nakijken 
Opdracht 6
a € 210.000.000 ÷ 1.900.000.000  = € 0,11.
b Bijvoorbeeld: lagere loonkosten – lagere belastingen.

Opdracht 7
Overschot -> € 540 miljard – € 442 miljard – € 10 miljard = € 88 miljard.

Opdracht 8
A en D.

Slide 7 - Slide

Nakijken 
Opdracht 9
a 1 juli: 150.000 pond : 0,90 = € 166.666,67.
b 1 euro ÷ 0,75 × 150.000 = € 200.000.
c Duurder - Minder 

Opdracht 10
$ 9.000  - $ 7.950  - Goedkoper - toenemen 

Slide 8 - Slide

Interne markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 

  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

INTERNE MARKT

Slide 9 - Slide

Eurozone

  • Landen uit de EU die de euro als eigen munt hebben.
  • Buiten de Eurozone; vreemde valuta

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten  13 t/m 19 + samenvatting 
  • Je mag fluisterend overleggen tenzij de Z op het bord staat. 
  • Vragen? Stel ze! 

Slide 11 - Slide