2Mavo H3 vergelijkingen met de balansmethode quiz

Quiz
Test jouw kennis van de balansmethode
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Quiz
Test jouw kennis van de balansmethode

Slide 1 - Slide

Welke manieren om een vergelijking op te lossen zijn er in dit hoofdstuk behandeld?
A
Oplossen met grafieken
B
Oplossen met inklemmen
C
Oplossen met een tabel
D
Oplossen met de balansmethode

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van snijpunt B?
A
(2, 3)
B
(3, 2)
C
(2, 2)
D
(3, 3)

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van snijpunt C?
A
(5, 5)
B
(5, 2)
C
(5, -2)
D
(-2, 5)

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van snijpunt D?
A
(3, 2)
B
(-3, 2)
C
(-2, -3)
D
(-3, -2)

Slide 5 - Quiz

Als je een grafiek wilt maken bij een formule. Wat is dan de eerste stap?
A
Waardes uitrekenen van punten
B
Punten tekenen in assenstelsel
C
Tabel maken
D
Rechte lijn tekenen door de punten

Slide 6 - Quiz

Van minimaal hoeveel punten bereken je de waardes?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoeveel verdient José als zij 4 uur werkt?
A
10
B
15
C
20
D
25

Slide 8 - Quiz

Na hoeveel uren werken heeft José 22,50 euro verdiend?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 9 - Quiz

Na hoeveel uur branden zijn de kaarsen even lang?
A
0
B
2
C
2,5
D
5

Slide 10 - Quiz

Hoe lang zijn de kaarsen dan?
A
30
B
15
C
20
D
10

Slide 11 - Quiz

Welke kaars is na 3 uur branden het langst?
A
rode kaars
B
groene kaars

Slide 12 - Quiz

Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
3b + 1 = 13
B
b + 3 = 13

Slide 13 - Quiz

Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
3b + 4 = 9b + 2
B
4b + 3 = 2b + 9

Slide 14 - Quiz

Wat is de eerste stap in het oplossen
van de volgende vergelijking: 5a - 4 = 9a - 16
A
Links de losse getallen wegwerken
B
Beide kanten delen door het getal dat voor de letter staat
C
Rechts de variabele (letter) wegwerken
D
Het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 15 - Quiz

De eerste stap is het wegwerken van de variabele in het rechter lid. Wat doen we nu? 5a - 4 = 9a - 16
A
-5a aan beide kanten
B
+5a aan beide kanten
C
-9a aan beide kanten
D
+9a aan beide kanten

Slide 16 - Quiz

Na het wegwerken van de variabele in het rechter lid blijft over. Wat nu?
-4a -4 = -16
A
Links de losse getallen wegwerken
B
Beide kanten delen door het getal dat voor de letter staat
C
Rechts de variabele wegwerken
D
Het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 17 - Quiz

Als we in het linker lid het losse getal werkwerken, wat blijft er dan over van de vergelijking? -4a -4 = -16
A
-4a = -20
B
-4a = -12
C
-4a = 12
D
-4a = 20

Slide 18 - Quiz

De laatste stap is beide kanten delen door het getal dat voor de letter (variabele) staat. -4a = -12
A
a = 3
B
a = -3
C
a = -8
D
a = 4

Slide 19 - Quiz